Lee Miller (1907-1977) schopte het van supermodel en surrealistische muze tot fotograaf die om haar eigen verdienste werd gewaardeerd. Een tentoonstelling in het Parijse Jeu de Paume haalt haar opmerkelijke werk uit de vergetelheid.
Op een van de opmerkelijkste foto’s van Lee Miller neemt ze een bad in de flat van Adolf Hitler in München, in november 1945. In die foto – niet door haarzelf gemaakt maar door haar collega-oorlogsfotograaf en toenmalige geliefde David E. Scherman – zien we gelijk een paar dingen die Lee Miller typeren. Eén: dat ze mooi is. Dat zie je meteen op die foto. Ze was dan ook een beroemde schoonheid uit de jaren dertig, muze van fotograaf Man Ray en model voor fotografen als Edward Steichen, Horst P. Horst en George Hoyningen-Huene. Twee: dat ze oorlogsfotograaf was. Je ziet het aan de schoenen die voor het bad staan – stoere legerkistjes waarop ze diezelfde dag nog door concentratiekamp Dachau had gelopen. Drie: dat ze onbevreesd is en een wat merkwaardige benadering kent van een zo serieus onderwerp als oorlog. Welke vrouw neemt er nou een bad in de flat van Hitler en laat zich daar naakt fotograferen? Het portret van de Führer pronkt nota bene nog pontificaal op het badrandje. Zouden Miller en Scherman dat daar voor de gelegenheid hebben neergezet of badderde Hitler altijd met zijn eigen afbeelding in het zicht?
Miller was in november 1945 in Duitsland om voor het Britse Vogue de gruwelen van de oorlog vast te leggen. Als vaste Vogue-fotograaf had Miller in Londen al veel reportages gemaakt over de Blitz in 1940 en de oorlogsjaren daarna, voordat ze in 1944 als geaccrediteerde oorlogscorrespondent voor het Amerikaanse leger het Kanaal overstak. Ze maakte reportages over de verpleegsters die slachtoffers van de landingen in Normandië verzorgden, over de bevrijding van Parijs en over de verwoesting van St. Malo. Bovendien was ze een van de eersten die de concentratiekampen Buchenwald en Dachau betraden.
Karakteristiek voor Miller is dat ze, toen de oorlog voorbij was, niet haar biezen pakte en huiswaarts keerde, maar dat ze verder reisde. Naar Wenen, Hongarije en Roemenië, om daar de gevolgen van de oorlog te fotograferen. Alsof ze er geen genoeg van kon krijgen. Of misschien zag ze op tegen het grote zwarte gat – waar richt je je aandacht op nadat je dit allemaal hebt gezien?
Toen de oorlog voorbij was, ging ze niet naar huis maar verder Europa door. Alsof ze er geen genoeg van kon krijgen
Lee Miller werd in 1907 geboren in Poughkeepsie, New York, en werd als kind en tiener al veelvuldig gefotografeerd door haar vader, Theodore Miller. Vaak ook naakt, zelfs als ze al in de twintig is. Ze heeft dus al veel cameraervaring als ze in 1927 letterlijk van straat wordt geplukt door Condé Nast, oprichter en uitgever van Vogue. Het verhaal gaat dat Miller wil oversteken maar daarbij een aankomende auto niet ziet. Nast trekt haar terug het trottoir op – en ziet onmiddellijk haar potentieel als model. In maart van datzelfde jaar staat ze op de cover van de Vogue en al snel wordt ze model voor modefotografen als Steichen en Hoyningen-Huene. Het is Steichen die haar met een aanbevelingsbrief naar Man Ray in Parijs stuurt, waar ze drie jaar lang het vak van fotograaf zal leren en tevens zijn muze wordt. Samen met hem ontdekt ze
het beroemde solarisatieproces en fotografeert ze beroemdheden als Charlie Chaplin en Salvador Dalí.
Terwijl de mannelijke surrealisten zich op het gebied van seks en relaties heel wat vrijheden veroorloven, wordt dat van de avontuurlijke Miller toch minder geaccepteerd. Man Ray blijkt te jaloers en hun relatie strandt. In 1932 keert Miller terug naar New York, waar ze met haar broer Eric een fotostudio opent en voor Vogue mode-, portret- en documentairefotografie doet. Ze maakt in die tijd prachtige, glamoureuze portretten van filmsterren en kunstenaars als Joseph Cornell en Virgil Thomson. Na een kort, door haarzelf als uiterst saai beschreven intermezzo als echtgenote van een Egyptische miljonair voegt ze zich in 1939 bij haar nieuwe liefde, de schilder Roland Penrose, in Londen.
Terwijl de mannelijke surrealisten zich op het gebied van seks en relaties heel wat vrijheden veroorloven, wordt dat van de avontuurlijke Miller toch minder geaccepteerd
Het is verleidelijk om bij Lee Miller onder de indruk te raken van haar schoonheid, haar flamboyante leven en haar beroemde, al dan niet surrealistische vrienden die ze portretteerde: Jean Cocteau, Man Ray, Picasso, Joseph Cornell, Max Ernst. Maar daarmee doe je haar talent en zeker haar gedrevenheid als fotograaf tekort. Hoewel ze genoegen had kunnen nemen met haar schoonheid en zich had kunnen wentelen in de aandacht die ze kreeg van mannen, trok Miller de wereld in en maakte ze foto’s.
In de tentoonstelling ‘L’Art de Lee Miller’ in het Parijse Jeu de Paume zijn 140 van haar werken bij elkaar gebracht door Mark Haworth-Booth, vanaf 1977 curator fotografie van het Londense Victoria & Albert Museum. Het is zijn verdienste dat er vooral eigen werk van Miller te zien is. Haworth-Booth richt zich bovendien niet alleen op haar foto’s, maar exposeert ook artikelen die Miller voor Vogue schreef.
Vaak is ze ook zelf te zien: op een klein fotootje, in uniform, met een helm op haar hoofd – Lee Miller, uw oorlogsverslaggever ter plaatse
Veel van de getoonde fotogra’s tonen de stad Parijs. Miller fotografeerde er veel straatscènes, daarbij beïnvloed door Eugène Atget (1857-1927). Net als de Franse straatfotograaf vereeuwigde ze bijvoorbeeld carrouselpaardjes en was ze bijzonder geïntrigeerd door vorm en zwart-witpartijen. Een beroemde foto uit die periode is Exploding Hand (1930), waarin de invloed van het surrealisme zichtbaar is. We zien een elegante vrouwenhand op de deurklink van parfumerie Guerlain in Parijs. De krassen in het raam, om de hand heen, suggereren dat er een kleine explosie plaatsvindt. Waarschijnlijk zijn ze echter gemaakt door al die ringen met diamant, aan al die handen die de deur hebben opengemaakt.
Een andere beroemde foto is gemaakt in Egypte, tijdens Millers huwelijk met Aziz Eloui Bey. Op Portrait of a Space (1937) zie je een raam, waarvan het vliegennet is gescheurd en waarop nog een soort lijst hangt, waardoor je naar buiten naar de woestijn kijkt. Het is een frame (het lijstje) in een frame (het raamkozijn) in een frame (het kader van de foto) – een bedachte, surrealistische constructie waarin vorm overheerst.
Indrukwekkend in de tentoonstelling zijn de sterk uitvergrote pagina’s van Vogue, waarvoor Miller zowel de fotografie als de tekst verzorgde. Vaak is ze ook zelf te zien: op een klein fotootje, in uniform, met een helm op haar hoofd – Lee Miller, uw oorlogsverslaggever ter plaatse. Je leest hoe haar woede toeneemt naarmate de oorlog vordert en met elke stap die ze verder Europa in trekt. Van wat neutrale koppen als ‘Loire Bridges’ en ‘Paris under Snow’ wordt de toon allengs grimmiger. ‘Germans are like this’, en ‘Believe it’ staat er boven haar laatste artikelen. Ernaast schokkende foto’s van stapels lijken, verbrande botten, een Duits meisje dat zelfmoord heeft gepleegd, een dode SS’er in het water.
De drank en andere middelen hadden Miller na de oorlog tot een op z’n zachtst gezegd moeilijk mens gemaakt
Als Lee Miller in 1977 overlijdt aan kanker, is haar werk eigenlijk zo goed als vergeten. Dat heeft ze niet in de laatste plaats aan zichzelf te danken. Tot halverwege de jaren vijftig fotografeerde ze nog wel wat voor Vogue, maar al snel gaf ze haar carrière op en deed ze haar vroegere werk af als ‘kiekjes’. Zelfs haar echtgenoot Roland Penrose en haar in 1947 geboren zoon Antony wisten lange tijd niet (alles) van haar carrière als model, muze, fotograaf en oorlogscorrespondent. De drank en andere middelen hadden Miller na de oorlog tot een op z’n zachtst gezegd moeilijk mens gemaakt. Zoon Antony was van z’n zeventiende tot een jaar voor haar dood met haar gebrouilleerd. Maar hij is wel degene die met diverse publicaties en tentoonstellingen haar werk weer onder de aandacht heeft gebracht en die nu ook het Lee Miller Archive in Londen beheert.
Pas na haar dood, in een gesprek met Millers broer Eric, ontdekt Antony Penrose dat Miller als zevenjarig meisje was verkracht door een ‘vriend van de familie’. Het was een gebeurtenis waar ze niet alleen een pijnlijke geslachtsziekte maar ook een trauma aan overhield. In een interview met Times Online in 2007 zegt Penrose dat hij het vermoeden heeft dat die vriend van de familie wel eens Millers vader zelf zou kunnen zijn geweest – gezien de in zijn ogen ‘creepy’ naaktfoto’s die vader Miller al die jaren had gemaakt van zijn dochter.
Volgens een vriendin heeft deze gebeurtenis Lee Miller ‘volledig onsentimenteel en soms zelf meedogenloos gemaakt’. Maar het zou ook haar enorme durf, haar dadendrang en haar onafhankelijke geest kunnen verklaren.
L’Art de Lee Miller. T/m 4 januari in Jeu de Paume, Parijs
Info: 0033(0)1 47 031 250 of www.jeudepaume.org
Boven vlnr ‘Portrait of a Space’ (1937), ‘Women with Fire Masks, Downshire Hill, London’ (1941)
copyright lee miller archives