De Finse fotograaf Esko Männikkö kan met zijn melancholische foto's van vervallen huizen en verroeste auto's gerust een specialist in verval worden genoemd. Maar hij is op zijn best met zijn portretten.
Deuren die uit het lood hangen en die al decennia geen nieuwe laag verf meer hebben gehad. Verroeste auto’s waar taaie planten doorheen proberen te groeien. Grafstenen waar al lange tijd niemand meer naar omgekeken heeft. Het Amsterdamse Huis Marseille had geen beter jaargetijde dan de herfst kunnen kiezen voor de tentoonstelling van de Finse fotograaf Esko Männikkö (Pudasjärvi, 1959), die gerust een specialist in verval kan worden genoemd. Met zijn foto’s van mummies, skeletten, verweerde standbeelden en melancholiek uit het raam wapperende gordijnen is hij een expert in vergankelijkheid. Eigenlijk is zijn werk bijna een cliché – want ja, dit is natuurlijk de meest voor de hand liggende manier om de Scandinavische zwaarmoedigheid te fotograferen. Met lege flessen wodka op een oude tafel, eenzame mannen in armzalig ingerichte huizen en een hond die mismoedig de camera in staart – met een droevig, rood oog waar een dikke traan uit rolt. En, voor wie het dan nóg niet begrepen heeft, die titel van de expositie: Time Flies. Een beetje teveel van het goede, wellicht?
Toch zijn de foto’s van Männikkö geen clichés. Omdat deze autodidact, winnaar van de prestigieuze Deutsche Börse Photography Prize2008, dat bijzondere oog heeft voor kleur en detail. En omdat we in veel van zijn foto’s klassieke schilderijen kunnen zien – een idee dat wordt versterkt door de zware houten lijsten die om zijn foto’s zitten, sommige zelf door Männikkö gemaakt, andere door hem gekocht op een rommelmarkt, afgestoft en opnieuw in de verf gezet. Door de foto’s te presenteren in deze lijsten, die soms een fel contrast vormen met de afbeelding erin, terwijl anderen juist een verlengde zijn van de structuur in de foto, versterkt hij het idee van unieke schilderijen. Maar meer nog dan de lijsten zijn het de foto’s zelf die refereren aan de schilderkunst. Die plastic tulpen in een lege wijnfles voor een raam doen denken aan een zestiende-eeuws bloemstilleven van Jan Breughel. Dat prachtige beeld van die half afgekloven vis in een emaillen kom, met daaromheen een volgerookte asbak, een glazen bakje met suikerklontjes, een botervloot en wat bekers waar koffie of drank inzaten, heeft wel wat weg van het Stilleven met een vis (1647) van de Nederlandse schilder Pieter Claesz.
Het meest aansprekend echter zijn de foto’s waar mensen te zien zijn: mannen van een zekere leeftijd vooral, gefotografeerd in de felle kleuren van de spullen waarmee ze leven – de tv, de uitgezakte bank, de kerstboom, de plastic keukenspullen. Net als in de schilderijen uit de Renaissance zien we deze mannen temidden van hun bezittingen die, hoe schamel ze hier ook zijn; een intens en kleurrijk beeld opleveren. Zoals die foto van vier beschonken mannen die samen kerst vieren – allemaal met een rode papieren muts op. Het is in deze bizarre poëzie dat Männikkö op z’n best is.
Esko Männikkö, Time Flies. najaar 2015 Huis Marseille, Amsterdam.