Inez van Lamsweerde en Vinoodh Matadin werken al 25 jaar als fotografenduo. Hun commerciële werk in de mode loopt vloeiend over in kunst, en andersom.
Er is een aantal mensen en onderwerpen dat je vaker terugziet als je door de doolhofachtige gangen en ruimtes loopt van de expositie ‘Pretty Much Everything. Photographs 1985-2010′. Kate Moss bijvoorbeeld hangt er heel vaak, op kleine foto’s en grote foto’s, als bruid en als prinses, halfnaakt en gekleed. En de IJslandse zangeres Björk: met woest lang haar dat dat dwarse gezicht moet verbergen, en met groene, dikke tranen, die over haar wangen gedrapeerd lijken te liggen. En Tom Cruise, in een geestig beeld waarop de superster de plantjes in de tuin besproeit met een flauw straaltje water, en op een andere foto zoals we hem allemaal kennen: als de All American Hunk.
De opvallendste foto’s van het fotografenduo Inez van Lamsweerde & Vinoodh Matadin zijn echter die van het drieluik Me kissing Vinoodh. Het zelfportret, waarop het echtpaar verstrengeld is in een innige omhelzing, is een van de metershoge openingsfoto’s van de expositie. Verderop zien we de andere versies: een waarop Vinoodh uit de omhelzing is weggesneden en een met een blote, beschilderde Inez. Het drieluik is niet alleen bijzonder door het feit dat de fotografen hier zelf poseren als model, maar ook omdat het zo duidelijk laat zien waar Van Lamsweerde & Matadin goed in zijn: het in elkaar laten overvloeien van kunst en mode, vrij en commercieel werk, het persoonlijke en het openbare. Of ze nu een modecampagne maken voor Yamamoto, Chanel, Yves Saint Laurent of Gucci, hun jaarlijkse portrettenreeks met ’s werelds beroemdste filmsterren als George Clooney en Sandra Bullock voor The New York Times, of een modeserie voor de glossy’s Vogue of W Magazine: er is sprake van een voortdurende kruisbestuiving van ideeën en invloeden. Een foto die is gemaakt voor een modemerk biedt inspiratie voor een portret; een persoonlijk beeld als Me kissing Vinoodh vinden we uiteindelijk, in een aangepaste versie, terug in een reclamecampagne voor modemerk Lanvin (die met de beschilderde, naakte Inez).
Inez van Lamsweerde en Vinoodh Matadin begonnen samen te werken in 1986, net nadat beiden de Rietveldacademie in Amsterdam hadden afgerond; zij als fotograaf, hij als modeontwerper. Ze maakten naam met hun digitaal gemanipuleerde beelden van superstrakke modellen in felle kleuren, en waren zo’n beetje de eersten die deze techniek gebruikten en perfectioneerden. Het resultaat: hyperrealistische, vaak verontrustende beelden, die in eigen land nogal eens op kritiek stuitten. Feministen mopperden dat de gefotografeerde vrouwen sexy stoeipoezen waren, etalagepoppen zonder ziel. Anderen namen aanstoot aan de portretten van kinderen met behaarde mannenarmen of een volwassen mond. Na een internationale doorbraak, met opdrachten voor onder andere het hippe Britse tijdschrift The Face en het gerenommeerde Vogue, vestigde het duo zich in 1995 in New York. En bleef. En werd beroemd en beroemder.
Hoe doe je dat, zo’n glanzende carrière van 25 jaar samenvatten? Van Lamsweerde & Matadin waren zeven jaar lang bezig met hun selectie; en kozen uiteindelijk voor 300 foto’s. Ze keken naar het werk dat belangrijk was in hun carrière, en vervolgens wat daarbij paste en wat eruit voortvloeide. De foto’s uit de Nederlandse begintijd hangen nu naast hedendaagse Hollywood-sterren; kleurrijke, grafische werken hangen in dezelfde ruimte met mode en portretten. ‘De tentoonstelling is zo opgezet dat er geen begin en geen einde is. Ze is geconstrueerd als een lus, het gaat puur om de manier waarop de beelden op elkaar inwerken’, zeggen ze er zelf over. ‘Het is een koppeling van beelden die je ervaart als een stroom. Het voelt als een soort doolhof als je door de zalen wandelt. Het is alsof je door ons brein loopt.’
Inez van Lamsweerde & Vinoodh Matadin: ‘Pretty Much Everything. Photographs 1985-2010’, tot 15 september in Foam, Amsterdam, www.foam.nl.