Met de nieuwsgierigheid van een wetenschapper onderzoekt, inventariseert en archiveert Anne Geene de wereld om haar heen. Ze speelt daarbij met gevonden en zelfgemaakte foto’s en met de taal die de wetenschap hanteert; tabellen, grafieken, rijtjes en kolommen.
‘Nederland is een waterland. Overal vind je water. Geen vloeistof is zo alledaags als water. We onderhouden een tamelijk kwetsbare relatie met ons water. Daar sta je als gewone Nederlander niet altijd bij stil.’ Met deze platitudes die ze uit bestaande bronnen kopieerde, begint Anne Geene’s De Kleine Wateralmanak – Van zee tot molecuul, een boekje dat door zijn titel en inhoud iets wetenschapelijks suggereert, maar dat niet echt is. In Geene’s Wateralmanak zien we grafiekjes van de maximale dagneerslag tussen 1876 en 2000 en van het gemiddelde aantal douches per dag naar etniciteit gemeten (conclusie: allochtonen douchen vaker dan autochtonen). De mogelijke kleuren van water in fotografie komen aan bod (31 volgens Geene) en we zien prachtige beelden van de opeenvolgende stadia van het uiteenspatten van een waterdruppel. Daarnaast foto’s van de zee, mensen op en in het water, watervallen en micro-organismen in het drinkwater.
Met de nieuwsgierigheid van een wetenschapper onderzoekt, inventariseert en archiveert Anne Geene (Rijsbergen, 1983) de wereld om haar heen. Ze speelt daarbij met gevonden en zelfgemaakte foto’s en met de taal die de wetenschap hanteert; tabellen, grafieken, rijtjes en kolommen. Ze rangschikt de wereld geheel naar eigen inzicht en volgt haar eigen logica: ze legt grassprieten op volgorde van grootte naast elkaar, ordent blaadjes naar de vorm van de gaten die erin zitten of fotografeert de minuscule bloemhoofdjes van een kaasjeskruidplant. Ook maakte ze een encyclopedie van een volkstuin, waarbij ze alles wat daar groeit, zwemt en vliegt op, in en over haar precies 245 vierkante meter tellende perceel vastlegt en beschrijft.
In haar werk verkent Geene, die in 2014 de ING New Talent Ward won, de grenzen van wetenschappelijke objectiviteit en van de fotografie als hulpmiddel hiervoor. Ze is gefascineerd door de overtuigingskracht van de fotografie die nog steeds – ondanks dat we weet hebben van het misleidende karakter ervan – wordt gezien als objectief medium om de werkelijkheid vast te leggen. Met een humorvolle blik en een speelse precisie wijst ze ons op de relativiteit van die begrippen, en op het onvermogen op compleet te zijn. Want, zoals ze zelf zegt in een interview met kunsttijdschrift Mister Motley:,,Als je links fotografeert, gebeurt er rechts ook weer wat. Je kan niet alles vangen.”
Anne Geene, tot 30 mei in Galerie Pennings, Eindhoven. www.galeriepennings.nl