Kunstenaar Richard Mosse ving surrealistische oorlogswreedheid op film met infraroodtechniek
Soms is het geluid oorverdovend; diepe basklanken vermengd met ratelende geweerschoten, doffe bominslagen en schreeuwende mannen. Dan weer klinkt een hemels liedje, gezongen door een fragiele kinderstem. Op de beelden die vertoond worden op de zes schermen die kriskras in de ruimte hangen, zien we berghellingen in een hallucinerend rozerode kleur, soldaten met verwilderde gezichten die hun parelwitte tanden bloot lachen, een vluchtelingenkamp met tenten zover het oog reikt. We zien dode mannen, liggend op straat of als een lappenpop in een greppel. Een kind staat erbij te dansen, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Tussen al dit surrealistische geweld wordt ons ook soms rust gegund: beelden van kabbelend water met een zon die op de rimpelingen schittert, adembenemende vergezichten. Waarna het geluid weer aanzwelt en de psychedelische roze beelden weer toenemen in heftigheid en snelheid.
Voor het maken van de multimedia-installatie The Enclave, nu te zien in het Amsterdamse Foam, trok de Ierse kunstenaar Richard Mosse (1980) drie jaar lang door Congo. De burgeroorlog in het Afrikaanse land kostte volgens het International Rescue Committee sinds 1998 aan tenminste 5,4 miljoen mensen het leven. Mosse legde wat hij zag vast met een 16 mm-infraroodfilm, vroeger tijdens militaire patrouilles gebruikt voor camouflagedetectie, waardoor alles wat groen is roze kleurt. Die techniek levert desoriënterende beelden op van de jungle, de landschappen en de mensen van Oostelijk Congo. Een beetje als Francis Ford Coppola’s Apocalypse Now, maar dan in fluorescerend magenta.
Mosse, die in 2013 voor Ierland deelnam aan de Biënnale van Venetië, kiest conflictgebieden als onderwerp voor zijn werk. Eerder maakte hij een serie over beschoten auto’s in Irak en een film over soldaten in een van de verlaten paleizen van Saddam Hoessein. Toch is hij geen traditionele fotojournalist – zijn onderwerpen benadert hij met een kunstenaarsoog, waarmee hij de realiteit uitvergroot en inzoomt op details die ons anders misschien niet waren opgevallen.
Met het gebruik van die infraroodtechniek, die het onzichtbare zichtbaar maakt, doet hij meer dan effect najagen. In een filmpje over zijn werk, dat in een andere ruimte in het museum vertoond wordt, vertelt Mosse dat wat hij met The Enclave beoogt, hetzelfde is als wat het infrarood doet: het onzichtbare zichtbaar maken. Het verhaal van Congo is immers het verhaal van een oorlog die al zo lang duurt dat de media er moe van geworden zijn. Het is een verhaal waar geen einde aan lijkt te komen en waarvoor de oplossing nog lang niet in zicht is. Door het niet op een documentaire-achtige manier vorm te geven, brengt Mosse het conflict opnieuw onder de aandacht. Wat hij laat zien is ultieme ontreddering en ultieme schoonheid ineen. Soms vervreemdend en beangstigend, dan weer de zinnen strelend.
„Oorlog is als een droom”, zegt Mosse.
Dan is The Enclave een overdonderende, sprookjesachtige nachtmerrie.
Richard Mosse: The Enclave. T/m 1 juni in Foam, Amsterdam. Inl: www.foam.org