Fotografie als kunst, daar had hij helemaal niets mee. Het ging de Amerikaanse fotograaf W. Eugène Smith niet om de esthetische kracht van de fotografie; belangrijker vond hij het om middels fotografie sociale (wan)toestanden aan de kaak te stellen of een politiek of maatschappelijk verhaal te laten zien. Smith wilde met zijn foto-essays de wereld veranderen.
Fotografie als kunst, daar had hij helemaal niets mee. Het ging de Amerikaanse fotograaf W. Eugène Smith (1918-1978) totaal niet om dat ene perfecte plaatje; om één beeld waar dan ook maar gelijk alles in moest zitten, of één foto die het hele verhaal moest vertellen.
Smith maakte foto-essays: series waarin met een aantal beelden de ruimte werd genomen om een verhaal uit de doeken te doen en waarin de samenhang tussen de beelden net zo belangrijk werd gevonden als de kracht van een enkele foto. Het ging hem niet om de esthetische kracht van de fotografie; belangrijker vond hij het om middels fotografie sociale (wan)toestanden aan de kaak te stellen of een politiek of maatschappelijk verhaal te laten zien. Dat er door zijn werk iets zou veranderen in de wereld, dat was zijn wens.
Het was zijn wens dat er door zijn werk iets zou veranderen in de wereld
Een van de beroemdste voorbeelden daarvan is Spanish Village, de serie wordt wel gezien als een van de hoogtepunten van de fotojournalistiek. Voor dit project verbleef Smith zes maanden in het kleine Spaanse stadje Deleitosa (hij zou er eigenlijk voor zes weken naartoe gaan maar een en ander liep wat uit) waar hij de plaatselijke bevolking in haar dagelijkse leven fotografeerde. In de serie, die op 9 april 1951 in Life Magazine werd gepubliceerd, zien we een vrouw rondsjouwen met stapels brood, een meisje in haar witte, zondagse jurk en rouwende vrouwen aan het bed van een dode. De foto’s zijn intiem en dichtbij, eigenlijk bijna heel gewoon, alsof ze door een dorpsgenoot gemaakt zijn. En dat is natuurlijk ook wat Smith in die zes maanden was geworden: een dorpsgenoot.
Daarin zit ‘m ook zijn kracht: zijn langdurige aanwezigheid in Deleitosa gaf hem de kans te observeren zonder zelf als een indringer en toeschouwer gezien te worden: een ‘unobserved observer’ te zijn.
Het was overigens niet de enige keer dat hij zo lang aan een serie werkte. Voor de serie The Midwife liep hij zes weken mee met een zwarte vroedvrouw in het zuiden van de Verenigde Staten. En om leven en werk van een arts op het platteland (The Country Doctor) in beeld te brengen, woonde Smith 23 dagen en 23 nachten bij hem in. Toen hij voor zijn opdrachtgever naar Pittsburgh moest om daar het leven van onder anderen de staalarbeiders in beeld te brengen, zou hij eigenlijk maar twee of drie weken blijven. Het werd uiteindelijk drie jaar.
Hij zou eigenlijjk maar drie weken blijven. Het werden uiteindelijk drie jaar
De perfectionistische Smith was geen gemakkelijke fotograaf voor zijn opdrachtgevers. Hij bemoeide zich namelijk overal mee. Niet alleen had hij duidelijke ideeën over de lay-out en de volgorde waarin de foto’s geplaatst dienden te worden, ook leverde hij zijn foto’s kant-en-klaar met bijschriften in. Hij was van mening dat hij daardoor een extra laag in zijn werk kon aanbrengen: ‘Met woorden kun je zeggen wat je met het beeld niet kan laten zien.’ Volgens hem diende een fotobijschrift dan ook altijd iets toe te voegen aan een foto; een bijschrift dat slechts ‘herhaalde’ wat er al op de foto te zien was, vond hij ronduit belachelijk. Zijn duidelijke visie en zijn verregaande mate van betrokkenheid leverden hem diverse conflicten op bij Life en Newsweek, en leidden uiteindelijk zelfs tot zijn vertrek.
‘W. Eugene Smith – More Real than Reality’, t/m 16 maart 2011, Foam Amsterdam, foam.nl.
In Foam is, naast foto’s en de originele tijdschriften, ook de korte documentaire Lamp unto my feet te zien.