Massimo Vitali brak zo'n vijftien jaar geleden door met enorme, uitgebleekte strandfoto's, waarop het krioelt van de activiteit. Het werk van de Italiaan is nu te zien in Foam
Een immens houten platform, gebouwd aan een rotskust in Italië. Het wemelt er van de mensen die liggen te zonnen, die in hun zwembroek of bikini rondlopen of die de trappen afdalen naar zee, voor een verfrissende duik. Je kunt er lang naar kijken, naar Catania Under the Volcano (2007). Naar het dorp dat zich in de verte over de heuvels heen vouwt, naar de stoere Italiaanse scooters die op de weg zijn gestald, naar de kwebbelende moeders op de trap en hun dochters die er nog niet zeker van zijn of ze nou wel echt dat koude water in zullen gaan.
Even fascinerend is Sacred Pool, Russians (2008). Wat bezielt deze mensen, vraag je je af, om in dit overvolle zwembad verkoeling te zoeken? Op het trapje in de verte blijven ze maar komen, de baders die op een plekje in dit drukke bad hopen. Je kijkt naar de dikke dame, links voor in beeld, die verwoede pogingen doet op een rotsje te klimmen. De mensen op de voorgrond slaan het allemaal rustig gade; van hen zien we slechts hoofden en een stuk rug.
De werkelijkheid bestaat uit veel meer dan je op een foto kunt zien. Zo ongeveer luidt de filosofie van de Italiaanse fotograaf Massimo Vitali, wiens werk deze zomer in Foam te zien is. Het zijn voornamelijk foto’s van overvolle stranden, in Italië, Turkije, Nederland, waarop mensen eigenlijk niet meer lijken te zijn dan vulling van landschappen – als een soort figuranten die het beeld weliswaar compleet moeten maken, maar die er als individu in het geheel niet toe doen. Op de foto’s liggen zonnebaders te gluren naar mooie vrouwen, spelen kinderen met een bal en duiken groepjes jongens in de golven. Vaak staan mensen maar half in beeld, of lopen ze het kader uit, alsof de fotograaf hiermee wil benadrukken: ook buiten het frame van mijn foto gaat het leven gewoon door.
Toch lijkt hij daar slecht tegen te kunnen. Als een soort van wanhoopspoging probeert Vitali niet te kíézen voor een stukje van de werkelijkheid, maar zo veel mogelijk van die werkelijkheid in één beeld te stoppen.
Vitali brak in 1995 door met foto’s van plekken waar veel mensen samenkomen: skihallen, parken, pleinen, discotheken, maar toch vooral: stranden. Hij was 51 jaar en had al een heel leven als reportagefotograaf en reclamefilmer achter de rug. Zijn motief voor die carrièreswitch, zo zegt hij in verschillende interviews, was dat hij na de opkomst van Silvio Berlusconi zijn eigen landgenoten niet meer begreep en als een antropoloog op pad wilde gaan om zijn volk te observeren.
Vitali neemt zijn foto’s vanaf een hoog standpunt, op een speciaal voor hem gemaakt platform van zo’n zes, zeven meter hoogte van waaraf hij zijn technische camera bedient. Als een soort alwakend oog, met afstand tot het volk beneden hem, slaat hij gade. De enorme afbeeldingen (1,50 bij 1,90 meter of 1,80 bij 2,20 meter, de grootst mogelijke afdrukken) laten ons in veel gevallen zien welk een industrie het massatoerisme is geworden.
Waarmee Vitali hetzelfde thema te pakken heeft als vriend en collega-fotograaf Martin Parr, die ook beroemd werd met foto’s waarin hij het toerisme in verschillende landen op de hak neemt en die net als Vitali een zwak heeft voor badplaatsen. Maar Vitali’s foto’s zijn zachter van toon dan die van Parr en roepen (wellicht daardoor) minder afschuw op over de getoonde verloedering. De zweem van uitgebleektheid die over veel van de beelden hangt, het vale geel en blauw, zorgen voor een ijle sfeer. Natuurlijk, het is druk, maar er zitten ook beelden bij waarbij je je wel kunt voorstellen dat het genoeglijk kan zijn hier te liggen, op een hete vakantiedag.
In verschillende interviews zet Vitali zijn manier van fotograferen af tegenover die van reportagefotografen. Die laten naar zijn idee maar een heel klein stukje van de werkelijkheid zien. Zij kiezen voor die ene, specifieke gebeurtenis, op dat ene moment, geheel naar de theorie van de Franse meester Henri Cartier-Bresson. Die zei: fotografie, daarin gaat het om ‘le moment décisif’, het beslissende moment waarop de foto gemaakt móét worden, niet eerder en niet later. Vitali maalt niet om dat beslissende moment. Hij kiest niet voor één, maar voor vele gebeurtenissen, waarbij het toeval een grote rol lijkt te spelen. Als een alziende observator wacht hij af, hoog boven de massa, tot vorm en lijn en licht samenkomen. En de mensen uiteindelijk in het landschap opgaan.
T/m 9 september in Foam, Amsterdam.
Info: 020-551 65 00 of www.foam.nl.
‘Catania Under the Volcano’, 2007