De Duitse uitgever Gerhard Steidl ontvangt dinsdag een internationale prijs voor zijn bijdrage aan de fotografie. Die ging eerder alleen naar fotografen.
Wat hij heeft gedaan in de afgelopen maanden, toen de wereld op slot ging? Nou, gewoon, doorgewerkt, zegt Gerhard Steidl. „In veel opzichten is mijn leven niet echt veranderd. Ik sta op en ga naar kantoor, zeven dagen in de week, om boeken te maken, zoals ik altijd doe. Ik kon niet reizen, we hadden geen gasten, waardoor het rustiger was en we konden focussen op een aantal langetermijnprojecten, zoals boekenseries van Damien Hirst en Günter Grass.”
Dinsdag ontvangt de Duitse uitgever en drukker Gerhard Steidl (Göttingen, 1950) in een online ceremonie de prijs voor Outstanding Contribution to Photography 2020. Het is de eerste keer dat de prijs, die sinds 2008 jaarlijks wordt uitgereikt door Sony en de World Photography Organisation, niet naar een fotograaf gaat. Met beroemde winnaars als Martin Parr, William Klein en Mary Ellen Mark is Steidl dus een vreemde eend in de bijt.
„Ik ben er erg blij mee”, laat hij desgevraagd weten per email, „vooral omdat het iets zegt over het belang van het fotoboek. Het is een integraal medium voor fotografen, een manier om buiten exposities om hun werk aan een groter publiek te laten zien. Het fotoboek heeft het medium fotografie democratischer gemaakt; het wordt zo toegankelijk voor degenen die zich geen dure print aan de muur kunnen veroorloven. En veel foto’s, bijvoorbeeld de vintage prints van Robert Frank, worden zelden aan het publiek getoond, omdat ze zo kwetsbaar zijn. In een fotoboek kan iedereen ze zien.”
‘Een boek met hem mógen maken, is alsof je de ring van de paus mag kussen’
Günter Grass en Chanel
Gerhard Steidl staat bekend als een van de allerbeste kunst- en vooral fotoboekenmakers van de wereld. Hij werkte en werkt met grote namen als Robert Frank, Joel Sternfeld, Ed Ruscha en Richard Serra en drukt sinds de jaren tachtig het werk van de Duitse auteur en Nobelprijswinnaar Günter Grass. Ook is hij sinds 1993 de huisdrukker van Chanel, waar hij intensief samenwerkte met Karl Lagerfeld, behalve mode-ontwerper ook fotograaf.
Een boek met hem mógen maken, zo vertellen diverse kunstenaars in krantenartikelen en in de documentaire How to make a book with Steidl, is alsof je „de ring van de paus mag kussen,” zo zegt de Amerikaanse kunstenares Mary Ellen Carroll in The New Yorker. „Word je gebeld dat hij tijd voor je heeft, dan word je geacht alles uit je handen te laten vallen en zo snel mogelijk op het vliegtuig naar Duitsland te stappen.”
Steidl werkt al zijn hele carrière vanuit zijn bescheiden drukkerij aan de Düstere Strasse 4 in het Duitse Göttingen, waar bezoekende kunstenaars verblijven in het naastgelegen gastenverblijf, het Halftone Hotel. Hij is hoogstpersoonlijk en intensief betrokken bij elke stap van het proces; het formaat, de keuze van papier, de cover. Met maximaal vijftig man personeel en slechts één drukpers produceert het bedrijf zo’n tweehonderd boeken per jaar. „Deze manier van werken beperkt het aantal boeken dat we kunnen produceren”, zegt Steidl, „zowel het aantal titels als hun individuele oplagen. Maar dit is ons doel. Voor veel bedrijven geldt: je bent succesvol als je groeit. Waarom? Onze definitie van succes is dat we kwaliteit leveren.”
Onderdeel van je leven
Op de vraag of het fotoboek zijn populariteit zal behouden, ook in dit digitale tijdperk, zegt Steidl dat hij ervan overtuigd is dat mensen blijven verlangen naar de lichamelijkheid van een boek. „Een boek is niet alleen een visueel medium. De textuur en het gewicht van het papier, de stof van de omslag, de geur van papier en inkt, het geluid dat een bladzijde maakt als je ‘m omslaat – het maakt allemaal deel uit van die ervaring. Een boek wordt ook onmiskenbaar jóúw exemplaar in de tijd: het wordt samen met jou ouder, wordt onderdeel van je leven.”
Nu nieuwe gasten langzaamaan weer binnendruppelen maakt Gerhard Steidl zich ook zelf weer op voor nieuwe werkbezoeken: „Ik zorg dat ik zoveel mogelijk mensen in één bezoek zie. Als ik naar New York ga, vlieg ik op donderdagavond heen en op vrijdagavond terug. Mijn favoriet is São Paulo: aankomst en vertrek op dezelfde dag. Door te reizen ontmoet ik kunstenaars thuis en in hun studio, kan ik fysiek aanwezig zijn in musea en galeries – ervaringen die je volledig mist met online contact. Maar het liefst slaap ik in mijn eigen bed. Ik ben niet graag meer dan een of twee dagen weg van de uitgeverij.”