Hoe kan het eigenlijk kan dat er nooit eerder een oeuvreoverzicht van het werk van Jan Banning te zien was? In het Fotomuseum Den Haag wordt duidelijk hoe rijk en gevarieerd zijn fotografisch palet is.
Breng de ‘decentralisatie van het lokaal bestuur in Mozambique’ in beeld. Hoe lastig kan je het een fotograaf maken? Jan Banning kreeg deze taaie opdracht in 2002 van een tijdschrift over ontwikkelingssamenwerking en besloot een serie te maken over wat mensen zoal doen in hun kantoortjes. Zo kwam hij onder andere terecht bij Carlos Roska, gemeentesecretaris postal administrativo, die achter een houten bureautje in het Afrikaanse Boila zit waarop slechts een perforator staat. Het beeld wekt niet echt de indruk dat Roska het na de decentralisatie razend druk heeft.
Het zwart-wit portret hangt in het begin van het grote retrospectief over Jan Banning (64) dat nu te zien is in het Fotomuseum Den Haag. De serie zou de trigger zijn voor wat een groter project zou worden, Bureaucratics, waarvoor Banning tussen 2003 en 2007 in acht landen over de hele wereld ambtenaren achter hun bureaus vastlegde en waarvan in Den Haag nu een ruime selectie te zien is.
We zien vrouwen en mannen tussen stapels wanordelijke paperassen of achter lege bureaus in India en Jemen. Met een frisgroen keukenzeiltje over een formica tafeltje in Bolivia. Of in een protserige ruimte vol jachttrofeeën achter een glanzende, notenhouten desk in Texas, VS. De serie, een van Bannings succesvolste, was in musea en galeries over de hele wereld te zien is en Banning won er in 2003 een World Press Photo Award mee.
Bureaucratics is een van zijn vele omvangrijke projecten – als Banning ergens aan begint, dan pakt hij dat doorgaan groots aan. En als je door de zalen in Den Haag loopt, dan vraag je je af hoe het eigenlijk kan dat er nooit eerder een oeuvreoverzicht van zijn werk te zien was. Niet dat Banning ooit gebrek aan aandacht had. Zijn werk was in de afgelopen decennia overal ter wereld te zien, en er zijn diverse documentaires, radio- en tv-uitzendingen met hem en over hem. Maar door alles nu eens bij elkaar te hangen wordt duidelijk hoe rijk en gevarieerd zijn fotografisch palet eigenlijk is.
Zijn werk ontroert, door een precaire onderwerp als Troostmeisjes (2010); portretten van hoogbejaarde Indonesische vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog door de Japanse bezetter gedwongen werden tot prostitutie. Het informeert door de brede invalshoek en het gedegen research, zoals Law and Order, The World of Criminal Justice (2016), waarvoor Banning het rechtssysteem in vier landen fotografeerde. Of je moet er op z’n minst om (glim)lachen – om al die ijverige ambtenaren in Bureaucratics en om die toegewijde communisten die vanuit hun gammele partijkantoortjes proberen de rode ideologie overeind te houden (Red Utopia, 2017).
Dat er in de media de laatste maand een controverse ontstond over zijn nieuwste serie The Sweating Subject – Banning fotografeerde zichzelf zwetend tussen Ghanese stamhoofden – is jammer. De kritiek: disrespect en neokoloniale beeldvorming, The New York Times durfde de foto’s niet te publiceren uit angst van racisme beschuldigd te worden.
Maar wie het hele oeuvre van Banning bekijkt, dat doordrenkt is van sociale betrokkenheid en dat altijd gaat over recht en onrecht, macht en onmacht, kan niet anders dan tot de conclusie komen dat hij het zo niet bedoeld kan hebben.
Jan Banning, Retrospectief 1981-2018
T/m 2/9 in het Fotomuseum Den Haag