Dorothy Iannone pleit voor het vieren van de liefde en voor totale overgave – met uitbundige erotiek, spiritualiteit en op z’n tijd een verrukkelijke spaghetti met kreeft.
‘Als ik naar je kijk, dan vind ik je bewonderenswaardig, loveable, god-achtig […] Ik zou dit receptenboek nooit zijn begonnen als ik er niet zo veel genoegen in had gehad om voor jou te koken.’
De Amerikaanse Dorothy Iannone (1933) werd in 1967 tijdens een reis naar IJsland verliefd op de Duitse kunstenaar Dieter Roth, verliet subiet de echtgenoot die met haar meereisde, en gaf haar comfortabele Amerikaanse bestaan op om zich samen met Roth te vestigen in Düsseldorf, waar ze deel zouden uitmaken van de avant-gardekunstscene. ‘Het was de reis die alle andere reizen in mijn leven mogelijk maakte,’ schreef ze later, waarmee ze bedoelde: de ontwikkeling van haar eigen kunstenaarschap, haar seksuele bevrijding, haar zeven jaar durende intense relatie met Roth, de mannen daarna, en uiteindelijk het besef dat ze weliswaar altijd had gezocht naar de ultieme verbinding met een man, maar dat ze ook haar eigen muze kon zijn. De ‘ecstatic unity’ die ze vooral had gevonden in de erotische liefde, kon ze ook bereiken door een goede relatie te hebben met zichzelf, zo ontdekte ze toen ze ouder werd.
Iannone maakt kleurrijke, erotische schilderijen waarin ze zichzelf met regelmaat afbeeldt als hogepriesteres, oermoeder of seksgodin
Iannone, die pas op haar 75e echt serieus doorbrak met exposities in Tate Modern en het New Yorkse New Museum of Contemporary Art, maakt kleurrijke, erotische schilderijen waarin ze zichzelf met regelmaat afbeeldt als hogepriesteres, oermoeder of seksgodin. Een beeld met een video van haar gezicht bijvoorbeeld, terwijl ze keer op keer een orgasme bereikt, of schilderijen met zulke expliciete seksuele handelingen dat verschillende delen ervan op een expositie in Bern in 1969 moesten worden afgedekt.
In haar kunstenaarsboeken, een soort graphic novels, hebben op de overvolle pagina’s de over elkaar heen struikelende teksten en tekeningen een gelijkwaardige rol: beide vertolken haar gevoelens, gedachten, bespiegelingen, angsten en verrukkingen. Zo ook in Cookbook (1969), dat 69 bladzijden telt en dat eigenlijk meer een dagboek is of een kunstenaarsboek waarin toevallig ook nog wat recepten zijn beland. Tussen de lijsten met ingrediënten en instructies om komkommers in plakjes te snijden of een forel schoon te maken, lezen we zinnen, fragmenten, flarden, losse woorden. ‘Ik vind het niet fijn om verdrietig te zijn, maar de helft van de tijd ben ik dat wel,’ schrijft ze bij een recept voor gazpacho.
En bij de linzensoep: ‘Dorothy’s geest is net zo: geel en groen.’
Haar bereidingswijze voor een blanquette de veau wordt vergezeld van bespiegelingen over een vriend: ‘Wat ik zo fijn vind aan Emmett is dat hij me nooit gekwetst heeft.’ Het recept voor een kippenpaté is geschreven over een naaktportret waarin haar wulpse vormen wat extra sjeu geven aan de instructies hoe de boter te smelten en de kip aan te braden. ‘Hoe ouder ik word, hoe meer ik ervan geniet,’ schrijft ze daarbij, in het midden latend of het hier gaat om de kip of haar eigen naakte lichaam. In haar Cookbook is het klaarmaken van eten onlosmakelijk verbonden met liefde, zowel in vleselijke als spirituele vorm.
In haar Cookbook is het klaarmaken van eten onlosmakelijk verbonden met liefde, zowel in vleselijke als spirituele vorm.
In een tijd waarin feministen fulmineerden tegen dienstbaarheid van vrouwen en zelfs in de seksuele daad een vorm van onderwerping zagen, pleit Iannone voor het vieren van de liefde en voor totale overgave – met uitbundige erotiek, spiritualiteit en op z’n tijd een verrukkelijke spaghetti met kreeft.
Cookbook van Dorothy Iannone verscheen in 1969. Na haar herontdekking begin 2000 en de daarop volgende exposities verscheen in 2014 bij Siglio Press haar overzichtswerk You Who Read Me With Passion Now Must Forever Be My Friends, waarin een ruime selectie van pagina’s uit haar Cookbook is opgenomen.