Hoe kijken NRC-fotografen naar Nederland? In deze aflevering: Annabel Oosteweeghel legde op poëtische wijze het stilgevallen land vast.
‘Ik ben maar gewoon gaan lopen”, zegt fotograaf Annabel Oosteweeghel. „Door de bollenvelden. In de duinen. Bij de zee.” Ze woont met haar gezin in Noordwijk, net buiten het dorp, aan de rand van een natuurgebied. „Ik hing de camera om mijn nek en ging op pad. Zonder doel. Gewoon maar zien wat ik tegenkwam.”
Toen de coronacrisis uitbrak en Nederland stil kwam te liggen, rolde Oosteweeghel net uit een periode van twee jaar extreme drukte. Ze had veel voor NRC gefotografeerd en hard gewerkt aan twee grote projecten: Generation Poor (over armoede in Nederland) en Insomnia (over slapeloosheid) – met ook tentoonstellingen, boeken, lezingen, publicaties in kranten en interviews. „Godzijdank was de tentoonstelling Insomnia in januari al gestart in de Fundatie in Zwolle en hebben veel mensen die kunnen zien. Ik heb zo te doen met fotografen die in deze periode een expositie zouden openen. Je werkt lang en intensief aan de voorbereidingen en dan stort ineens alles in.”
Wat gebeurt er toch met mijn land, vroeg ze zich af in de eerste weken dat de wereld tot stilstand leek te komen. „Ik sliep er slecht van. Die enorme chaos, die onzekerheid. Toen ben ik gaan wandelen. Dan gaat wat er in mijn hoofd zit zich al snel vertalen naar beelden. Op die manier kwam er weer helderheid, kreeg ik grip op de situatie.”
Oosteweeghel fotografeerde de omgeploegde aarde, een boer die op z’n land werkt, de zee. Hoe de schaduw van een boom op de grond valt. Twee paar benen innig in elkaar verstrengeld. Verstilde beelden. „Een poëtische benadering van wat ik zie en voel”, zegt ze. „Zie het als een gedicht, een ode aan mijn eigen land.
Toen ik zo rondliep kwam dat lied van Jacques Brel steeds naar boven, Mijn vlakke land. Dan vecht mijn land. /Dan wacht mijn land. /Dan kraakt mijn land.
Precies zo voelde het.”
Bezig met honderd dingen
Normaal gesproken begint Oosteweeghel goed voorbereid aan een opdracht of een project. Ze leest zich in, doet intensief research, schrijft plannen, maakt moodboards. Ze weet precies wat ze wil vertellen en hoe dat eruit moet komen te zien.
„Dit was heel anders. Deze trage en intuïtieve manier van werken deed mij op een nieuwe manier naar de dingen kijken. Die duif op het pad achter ons huis, daar was ik normaal aan voorbijgereden. Druk druk, op weg naar de volgende klus. Die melancholische schaduw op een schuur – die is me in al die jaren dat we hier wonen nooit eerder opgevallen. Altijd in mijn hoofd bezig met honderd dingen.”
Waarmee ze maar wil zeggen: dat er, hoe absurd ook, naast alle ellende en zorg, want heus, dat realiseert ze zich heel goed, ook een mooie kant zit aan deze tijd. „Het dwingt me tot bezinning. Weer op adem komen. Zien waar het om draait.
Ik heb geprobeerd in deze serie het leven op z’n simpelst weer te geven. De genegenheid die mensen bij elkaar zoeken. De wereld die ik op een paar vierkante kilometer om me heen zie. De golven die zich terugtrekken en weer naar het strand vloeien. Dat is er allemaal. Die basis verdwijnt niet. En daarin zit voor mij ook hoop en vertrouwen.”
OVER DE FOTOGRAAF
Wie: Annabel Oosteweeghel (50)
Woont in: Noordwijk
Opleiding: Schilderkunst en audiovisuele vormgeving, AKV/St. Joost, Breda
Werkt voor NRC: sinds 2 jaar.Ook voor: „Ik heb twintig jaar lang reclamefotografie gedaan. Nu werk ik nog steeds met regelmaat voor onder andere Rabobank, kesselskramer en ABN Amro.”
Stijl: „Imaginery documentary. Ik maak sociaal-maatschappelijke documentaire werk, waarbij ik wel ensceneer.”
Kleur of zwart-wit: „Kleur. De eerste drie jaar op de St. Joost deed ik schilderkunst. Zo kijk ik nog steeds; hoe je een vlak verdeelt, compositie, kleur.”
Voorbeeld: „De Amerikaanse fotograaf Matt Black, die focust op armoede en migratie. Hij leerde me: duik in je onderwerp, ben wees betrokken en verantwoordelijk – die diepte en gelaagdheid zal in je werk zichtbaar zijn.”