Het feestelijk retrospectief van Hans Eijkelboom richt zich op zijn reeksen, maar laat ook zien hoe ontzettend grappig zijn foto's kunnen zijn.
Natuurlijk, er valt van alles te vertellen over het feit dat de foto’s van Hans Eijkelboom vooral gaan over identiteit. Over de vraag in hoeverre we die zelf bepalen, of dat we kuddedieren zijn die meesjokken met de massa. En over de verhouding tussen individu en samenleving.
Maar eerst en vooral moet toch gezegd worden hoe ontzettend grappig het werk van Eijkelboom eigenlijk is. Want neem nou de serie Met mijn gezin, uit 1973, waarvoor hij aanbelde bij huizen en aan de vrouw die daar woonde vroeg of zij met hem en haar twee kinderen voor een familieportret wilde poseren. Kijk hem daar dan toch eens zitten; de perfecte huispapa met zijn jaren-70-kapsel, samen met ‘zijn’ voorbeeldige modelfamilie waar hij voor heel even vadertje speelt.
Of neem het project De ideale man (1978), waarbij hij een aantal vrouwen vroeg te beschrijven hoe hun droomman er qua uiterlijk en kleding uitziet. Vervolgens toverde Eijkelboom zichzelf met behulp van een grimeur en een stilist tot precies die man om en liet zich fotograferen; alleen én samen met de vrouw, die, hoe hemels, daar dan voor heel even naast haar volmaakte vent mocht staan.
Wat lijken we op elkaar
Kijk hem daar dan toch eens zitten; de perfecte huispapa met zijn jaren-70-kapsel
Hans Eijkelboom (Arnhem, 1949) is vooral bekend van de portretreeksen van mensen in drukke winkelstraten, waarbij hij per serie kiest voor een bepaald type: jongens met gestreepte truien, meisjes met roze topjes, mensen met groene jassen, ruitjeshemden, spijkerpakken, bloemenjurkjes of cijfers op hun shirt. Elke foto van deze Fotonotities levert apart een wat banaal beeld op; de mensen zijn vrij monotoon gefotografeerd – Eijkelboom lijkt er niet op uit te zijn mooie of unieke foto’s te maken. Maar door ze te categoriseren en te rangschikken en ze vervolgens in een rastervormig tableau van 8, 10 of 12 foto’s te presenteren, voegt hij betekenis toe. Door de herhaling zien we hoezeer wij allemaal op elkaar lijken en hoe we ons door de media, de mode en door elkaar laten beïnvloeden. En omdat hij dit al meer dan 25 jaar doet – Eijkelboom begon ermee in 1992 – kunnen we ook zien hoe in de loop van de jaren het straatbeeld en die mode veranderde.
Zijn conceptuele manier van werken doet denken aan de Duitse fotografen Bernd en Hilla Becher
Zijn conceptuele manier van werken doet denken aan de Duitse fotografen Bernd en Hilla Becher, die watertorens en silo’s op een eenvormige manier fotografeerden en net als Eijkelboom in series presenteerden. Zijn poging een dwarsdoorsnede te laten zien van de bevolking laat de invloed zien van de Duitse fotograaf August Sander – in 2014 publiceerde Eijkelboom het enorme boek People of the Twenty-First Century, wat natuurlijk verwijst naar het iconische Menschen des 20. Jahrhunderts van Sander, die aan het begin van de 20ste eeuw allerlei menstypes vastlegde.
Uiteindelijk willen we niet buiten de toon vallen en tot een groep behoren
Het feestelijke retrospectief van Eijkelboom in het Fotomuseum in Den Haag laat goed zien hoe hij altijd al bezig was met de constructie en de interpretatie van identiteit. Zo’n veertig jaar geleden vooral met die van zichzelf en hoe je daarmee kunt spelen door allerlei rollen aan te nemen. Later met de betekenis ervan in de maatschappij: hoe verhoudt het individu zich tot zijn omgeving; in hoeverre ben je als mens in staat een eigen identiteit te ontwikkelen?
Zijn werk maakt duidelijk dat we deel uitmaken van een grotere groep en dat van ons streven naar uniciteit meestal bar weinig terechtkomt. In een samenleving waarin ‘jezelf zijn’ en een unieke persoonlijkheid hebben buitensporig hoog staan aangeschreven, is dat misschien een lastig te verteren conclusie.
Toch lijkt het, als je deze expositie hebt gezien, niet zo erg. Niet alleen ga je op zoek naar de verschillen tussen al die mannen in streepjestruien – om erachter te komen dat ieder mens toch echt verschillend is – ook heeft die uniformiteit iets aandoenlijks: uiteindelijk willen we niet buiten de toon vallen en tot een groep behoren. Daar zit ook iets positiefs in.
Hans Eijkelboom, Identiteiten 1970-2017, t/m 7 januari 2018 in het Fotomuseum Den Haag.