Als professionele fotografen hun lens op hun eigen familie richten, is dat vaak geen vrolijke bedoening. Hoe anders is dat bij Francesco Neri, die een warm en intiem portret maakte van zijn Italiaanse familie.
Hoe vertrouwder iets voor ons is, hoe moeilijker het lijkt daar een uitspraak over te doen. De Italiaanse fotograaf Francesco Neri (35) richt zijn lens doorgaans op buren, vrienden, op arbeiders en op boeren in de buurt van Faenza, de Noord-Italiaanse provinciestad waar hij geboren werd en waar hij nog steeds woont met zijn vrouw en twee kinderen. Toen zijn vader hem in 2009 vroeg een foto te maken van hem en zijn collega’s op de dag dat hij met pensioen zou gaan, realiseerde Neri zich dat hij nooit eerder zijn vader, noch zijn eigen familie had gefotografeerd. Te dichtbij, te bekend, te lastig om de afstand te behouden die hij noodzakelijk achtte, te bang te vervallen in obligate familieromantiek.
Toch zou die eerste foto, een groepsportret van artsen en ander personeel van het Sant’Orsola ziekenhuis in Bologna, de aanleiding zijn voor een langdurig fotoproject dat hij dit jaar afrondde met een fotoboek, Trophy and Treasure, en de gelijknamige tentoonstelling, nu te zien in Die Photographische Sammlung in Keulen.
Als professionele fotografen hun lens op hun families richten, wordt het maar al te vaak geen vrolijke bedoening
Nou wordt het, als professionele fotografen hun lens op hun families richten, maar al te vaak geen vrolijke bedoening. Anders dan amateurfotografen (de meesten van ons dus), die het liefst de feestelijke hoogtepunten van onze levens vastleggen, focussen zij met regelmaat op sterfelijkheid en verval. Denk aan de iconische foto’s die Richard Avedon maakte van zijn broze vader of aan de ontroerende beelden die Corinne Noordenbos maakte van haar moeder die aan Alzheimer leed. Vorig jaar nog organiseerde het Utrechtse Fotodok There is something about my family, een tentoonstelling met niet echt blijmoedige kiekjes. Met thema’s als uit elkaar gegroeide gezinnen en moeizame ouder-kindrelaties leken de series bedoeld in het reine te komen met het verleden of om oude rekeningen te vereffenen.
Francesco Neri lijkt daar geen behoefte aan te hebben. Hij toont ons een warm en intiem portret van een familie waarin tradities belangrijk zijn: zijn vader, grootvader en overgrootvader waren allemaal arts, en daarnaast fanatieke jagers. Neri groeide op in een omgeving van bloeddrukmeters en medische boeken én van afbeeldingen van vogels aan de muur, jachthonden en dode patrijzen op de keukentafel – als zijn opa of zijn vader weer eens thuiskwamen van de jacht. Aan de ene kant de onomkeerbare en tastbare dood, aan de andere kant de pogingen die dood te trotseren met pillen, poeders en spuiten.
Neri brengt met zijn foto’s een ode aan zijn familie en creëert een persoonlijk familiealbum
Neri brengt met zijn foto’s een ode aan zijn familie en creëert een persoonlijk familiealbum waarin wij even mee mogen kijken naar een liefdevol ouderlijk huis, de weidse groene bossen waar de jagers rondstruinen met hun honden en geweren en de koele, analytische wereld van witte jassen en meetapparatuur op het werk van zijn vader.
Door ook foto’s te maken van oude familie-albums met zwart-wit familiekiekjes van vroeger en van dressoirs waarop portretten van opa’s en oma’s, ooms en tantes, kinderen en kleinkinderen in zilveren lijstjes staan, voegt Neri een extra laag toe. Deze nostalgische beelden maken extra invoelbaar hoe de tijd verstrijkt, hoe generaties elkaar opvolgen en hoe de fotografie daar een stille getuige van is.
Francesco Neri, Trophy and Treasure, t/m 28 januari 2018 in Die Photographische Sammlung/SK Stiftung Kultur, Keulen
Francesco Neri, Trophy and Treasure, 136 pagina’s, € 48 (Uitgave Snoeck, i.s.m. Die Photographische Sammlung/SK Stiftung Kultur, 2017)