Een boek en een tentoonstelling laten zien hoe de fotograaf Ed van der Elsken (1925-1990) van eindeloos onderzoeken en experimenteren zijn werkwijze maakte.
Zelfs Ed van der Elsken, de jofele bon vivant, de nieuwsgierige wereldreiziger, de zelfverzekerde fotograaf die met zijn brutale en uitdagende gedrag de mensen in de Amsterdamse straten met zijn camera verleidde – zelfs híj heeft een tijd gekend dat hij zoekend was en onzeker. Een puber, nog niet wetend welke richting zijn leven zou nemen. Een ‘spoeljongen’ bij een dorpsfotograaf in Wormerveer, ‘het laagste van het laagste’, zoals hij het zelf formuleerde.
Zelfs Ed van der Elsken moest eind jaren 40 gewoon sparen voor een nieuwe camera, met een extra baantje in de avonduren bij een modefotograaf, voordat hij uiteindelijk, via nog honderd tussenstappen, met vallen en opstaan, de Grote Ed zou worden – zoals wij hem nu allemaal kennen.
Kunsthistoricus Edwin van Onna schetst in het prachtig vormgegeven Early Ed, de pioniersjaren de boeiende periode in het leven van Ed van der Elsken die voorafging aan zijn succes. De jaren tussen 1944 en 1956, waarin hij in dat laatste oorlogsjaar om de Arbeitseinsatz te ontlopen onderdook in Brabant, tot aan de publicatie van Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain de Prés, die in 1956 zijn internationale doorbraak zou inluiden.
Vroege dynamiek
Het waren jaren waarin hij in Parijs kennismaakte met kunstenaars als Karel Appel en Simon Vinkenoog. Maar waarin hij ook bedrijfsopdrachten deed, onder andere voor de PTT en meubelmerk Pastoe, met verrassend meer plezier dan tot nu altijd werd aangenomen. Want ook in de foto’s waarin het jonge model Gerda van der Veer, later zijn vrouw, poseerde op een stoel of bij een kast, wist Van der Elsken al de dynamiek te brengen die ook zijn andere werk zo typeerde.
‘Early Ed als voorbeeld van hoe je via het proces van trial-and-error je bestemming bereikt’, schrijft Van Onna in zijn inleiding. En dat proberen, puzzelen, schuiven – net zolang tot het goed is, is ook het onderwerp van de expositie Ed van der Elsken, Crazy World, nu te zien in het Rijksmuseum.
Crazy World toont dat het onderzoeken, eindeloos uitproberen en experimenten altijd een belangrijk onderdeel van zijn werkwijze is gebleven. Anders dan in de voorgaande grote exposities in het Stedelijk Museum (2017) en het Nederlands Fotomuseum (2019), ligt de nadruk in het Rijksmuseum nu op het werkarchief van de fotograaf. Met de recente verwerving van zijn artistieke nalatenschap, circa 8.000 afdrukken naar het Rijksmuseum en 3.000 contactvellen en 300 foto’s naar het Nederlands Fotomuseum, kunnen we nu meekijken over de schouders van de fotograaf, zegt Hans Rooseboom, conservator fotografie. „We zien hoe hij twijfelde en aarzelde. Het echte werk begint eigenlijk pas nádat de fotograaf op het knopje heeft gedrukt.”
Want: al die keuzes. Welk papier kies je, hard of zacht, mat of glanzend? Druk je af met of zonder witrand, welke uitsnede kies je?
Experimenten
Zo zien we in de expositie zeven verschillende afdrukken van N’Gabé, de 23-jarige karavaandrager die Van der Elsken fotografeerde op zijn reis door Oubangui-Chari (nu de Centraal-Afrikaanse Republiek) in 1956 en 1957. Staand, liggend, harder en juist zachter afgedrukt. De print die Van der Elsken toonde op een expositie in Schiedam, in 1959, hoeft niet noodzakelijkerwijs de afdruk te zijn die Van der Elsken zelf het beste vond, „want dat weten we niet”, zegt Rooseboom. „Soms maken fotografen afdrukken voor verschillende doeleinden. Voor een boek kies je iets anders dan voor een expositie, en een redacteur van een krant heeft soms ook zijn eigen voorkeur.”
Er is veel aandacht voor hoe het fotoboek Sweet Life (oorspronkelijke titel Crazy World) tot stand kwam. Van der Elsken maakte verschillende proefversies (dummies) van het beeldverslag van de wereldreis die hij had gemaakt in 1959-1960, waarin hij met behulp van schaar, lijm en plakband experimenteerde met volgorde, uitsnede en formaat. Wat eerst een enkele pagina moest zijn, wordt uiteindelijk een spread, een zwarte rand verschijnt die er in eerdere versies niet was, sommige foto’s halen het definitieve boek helemaal niet meer.
Net als in Early Ed zien we ook in Crazy World hoe de beginnende fotograaf zich ontpopte tot de zelfverzekerde druktemaker zoals hij later bekend zou komen te staan. De foto van de banjo spelende man in Marseille, die Van der Elsken al maakte in 1949, hangt vier keer aan de muur. Pas op de laatste print, waarschijnlijk uit de jaren 70-80, staat in zwierige letters zijn naam. Zo groots en uitbundig, dat had hij eerder nooit gedurfd.
Edwin van Onna: Early Ed, de pioniersjaren. Lecturis, 189 blz., 35 euro
Ed van der Elsken, Crazy World