Het Nationaal Archief, dat met 15 miljoen foto’s de grootste fotocollectie van Nederland beheert, maakte voor de tentoonstelling Onderweg – Met de fotograaf op reis een selectie van 235 originele afdrukken uit de afgelopen 150 jaar.
‘In godsnaam, zorg voor mijn mensen.’ Het waren de laatste woorden die de Britse ontdekkingsreiziger John Falcon Scott in zijn dagboek noteerde voordat hij en zijn twee expeditieleden stierven in een tentje in de ijzige kou van Antarctica. Het was 1912, en Scott was met zijn team op de terugreis na een onfortuinlijke missie om als eerste de Zuidpool te bereiken. Na jaren van voorbereidingen was het uiteindelijk de Noor Roald Amundsen die hem met een maand versloeg. De Noorse vlag stond al fier te wapperen in de blanke sneeuw toen Scott arriveerde en er was een brief met toestemming om een achtergelaten tent te gebruiken en de wens voor een behouden terugreis.
Robert Ponting was vanwege zijn ervaring als reisfotograaf en fotojournalist benoemd tot officiële fotograaf van de expeditie en vertrok in 1910 met het zeilschip Terra Nova naar wat wel het einde van de wereld leek. Toen Scott en zijn mannen aan hun fatale waagstuk begonnen, reisde Ponting alweer terug naar de bewoonde wereld, met 1.700 glasplaten en uniek filmmateriaal in zijn bagage, met beelden van een magistraal wit landschap en het leven van de bemanning aan boord en in het basiskamp op Kaap Evans.
Een aantal van die foto’s is nu te zien in de tentoonstelling Onderweg – Met de fotograaf op reis in het Nationaal Archief in Den Haag: mannen op houten ski’s in een onmetelijke ijsvlakte, Kapitein Scott in zijn hut terwijl hij in zijn dagboek schrijft, en natuurlijk het beeld van die enorme ijsgrot, dat een icoon werd voor de heroïsche tijd van de poolexpedities. Het Nationaal Archief, dat met 15 miljoen foto’s de grootste fotocollectie van Nederland beheert, maakte voor deze tentoonstelling een selectie van 235 originele afdrukken uit de afgelopen 150 jaar. Het toont daarmee een glimp van de collectie die ze bezit: van bekende namen als Ed van der Elsken (foto’s uit Centraal-Afrika), Cas Oorthuys (Congo) en Eddy Posthuma de Boer (Moskou), en buitenlandse fotografen als Henri Cartier-Bresson (China) en Robert Capa (Sovjet-Unie).
Heel bijzonder zijn de foto’s die Willem van de Poll in 1934 maakte in de oude joodse wijk in Warschau, nog voordat Roman Vishniac er naam mee zou maken. De foto van een blinde man, jongens in traditionele joodse kledij en de feestelijke, zomerse beelden van een dagje in het park zijn historisch van grote waarde – de joodse cultuur in Polen zou kort daarna al niet meer bestaan.
Sinds het Nationaal Archief in 2013 haar onderkomen naast het Centraal Station in Den Haag grondig vernieuwde, is er meer nadruk komen te liggen op het tonen van de eigen collectie. Na Blikvangers in 2014, waarin het publiek voor de eerste keer kennis kon maken met een deel van fotocollectie, kunnen bezoekers nu voor de tweede keer zien welke schatten hier worden bewaard. En met een archief van 15 miljoen foto’s, waarvan nu pas 1,2 miljoen digitaal toegankelijk is, valt geheid in de toekomst nog bijzonder materiaal te ontdekken.
Onderweg – Met de fotograaf op reis. T/m 8 januari in het Nationaal Archief, Den Haag