Fotograaf Louise Honée fotografeerde kinderen in oude mijnstreken in Engeland en de VS. ,,Deze kinderen worstelen, tussen hoop en wanhoop, overal en nergens."
Jaylon danst in zijn zondagse pak over straat. Zwarte broek, zwart giletje, kraakheldere witte bloes. Zeven jaar. Licht als een veertje. De wind onder zijn vleugels. Als de last van de wereld vandaag al op iemands schouders rust, dan niet op die van hem. De weg, waar hij nog slechts met één voet in zijn glanzend gepoetste schoenen aan vastgeklonken lijkt, is beroerd onderhouden. Er is geen stoep, onkruid woekert over de randen. De huizen langs de straat zijn in deplorabele staat, de verf afgebladderd, de ijzeren hekken kapot.
Jaylon danst over straat. Zeven jaar. Licht als een veertje
Jaylon woont in Thorpe, McDowell County, West Virginia. Midden in de weelderige natuur en de dichte bossen van de Appalachen – een paradijs, zou je denken. Zeker als er in de ochtenden een lichte nevel boven de takken blijft hangen. Maar wat ooit een van de rijkste gebieden van Amerika was dankzij de steenkoolmijnen, is nu een van de armste plekken van het land, met een hoge werkloosheid, drank en drugs, leegstand en spookdorpen waar de natuur het kalm maar gedecideerd weer overneemt van de mens.
De Nederlandse fotograaf Louise Honée (44) reisde drie keer naar McDowell County om foto’s te maken van voornamelijk de kinderen die daar opgroeien. Eerder deed ze een dergelijk project (Angels of the North) in Noordoost-Engeland, dat een vergelijkbare problematiek kent van kleine mijnwerkersplaatsjes waar armoe heerst, waar winkelpanden zijn dichtgetimmerd en kinderen vaak door ouders aan hun lot worden overgelaten. Een van de dorpen die ze daar bezocht was Easington – het dorp waar de dansfilm Billy Elliot werd opgenomen. En haar eigen zoon, Honée heeft vier kinderen, was een van de jongens die in de Nederlandse musical Billy Elliot danste – om maar even de context te schetsen hoe alles begon.
Winkelpanden zijn dichtgetimmerd, kinderen worden door ouders aan hun lot overgelaten
,,Ik ben pas later in mijn leven gaan fotograferen, op mijn 37ste studeerde ik af aan de Fotoacademie. Mijn hart ligt bij sociaal-documentaire onderwerpen. In Billy Elliot wordt een prachtig verhaal verteld. Dat kind heeft een droom en weet te ontsnappen uit een wereld die hem weinig kansen biedt. De meeste kinderen hebben die mogelijkheid niet. Ze moeten zich aanpassen, iets anders is er niet. Ik besloot dat ik daar iets mee wilde doen.”
Honée reist in haar eentje als ze naar Engeland en Amerika gaat. In Nederland doet ze research naar het gebied, naar de sociaal-economische omstandigheden. ,,En als ik eenmaal daar ben laat ik me leiden door wie en wat er op mijn pad komt. In Easington hingen veel kinderen rond op straat. Beetje sigaretjes roken, beetje rotzooi trappen. Ik sprak hen aan en als ze er mee instemden dat ik een foto van hen zou maken, moest ik natuurlijk ook toestemming vragen aan hun ouders. Maar die deden vaak niet eens de deur open. De moeder van de 14-jarige Ryan hing met een sigaret in haar mond uit het raam en riep dat het wel ok was. De 17-jarige Mason woonde al een hele poos niet meer bij zijn moeder en was nu tijdelijk ingetrokken bij vrienden die net een baby hadden gekregen. Deze kinderen worden niet opgevoed, ze worden grootgebracht.”
Honée is duidelijk geen straight documentaire fotograaf. Ze richt haar camera ook op de mist boven het woud, een rozenstruik in bloei tussen de bakstenen huizen, een doorschijnende jurk die hangt te drogen in het zonlicht. Soms kijken de kinderen recht de lens in, dan weer slaan ze hun ogen neer en lijken afwezig, betrapt in hun gedachten. Op een foto ligt een kind ligt voluit lachend in een waterplas op straat, een meisje hangt ondersteboven aan een klimrek.
Deze kinderen weten precies wanneer ze onzichtbaar moeten zijn
,,Deze kinderen worstelen, tussen hoop en wanhoop, overal en nergens, en weten precies wanneer ze onzichtbaar moeten zijn. Ik ben steeds op zoek naar de persoonlijkheid van de kinderen, hun kwetsbaarheid. De intimiteit van de jeugd te portretteren zonder dat armoede al te prominent is. Ik ben als de dood dat het cliché wordt. Het is ook belangrijk mijn werk als een serie te bekijken, het zijn geen losse beelden. Ik vertel een filmisch verhaal, waarin ik portretten afwissel met sferische beelden, van de natuur, van een paard, van een roze plastic lint in een struik omdat dat zo mooi afsteekt tegen de blauwe lucht. Ik probeer poëzie te zien in de scherpe randjes, de schoonheid in hun ruige leefomstandigheden.”
De 7-jarige Jaylon woont bij zijn overgrootmoeder Christine (59) die samenwoont met haar derde echtgenoot, samen met nog vier andere kleinkinderen. Zijn eigen moeder was 13 toen ze zwanger van hem werd, er is een vermoeden dat Jaylon ADHD heeft en dyslexie. Het idee dat hem, en de andere kinderen uit deze streek, een gure toekomst te wachten staat, is aannemelijk. Maar als je hem daar zo ziet vlinderen op straat, dan hoop je zo dat hij wordt opgetild door de wind en dat hij kan ontsnappen aan wat het leven naar alle waarschijnlijkheid nog voor hem in petto heeft.
Louise Honée, We Love Where We Live is van 28 juni t/m 29 augustus te zien in De Balie, Amsterdam