In Photographer’s Sketchbooks geven 43 fotografen een inkijkje in hun werkproces. Wat het bijzonder maakt is dat het hier gaat om materiaal dat eigenlijk niet bestemd is voor publiek – het is niet gemaakt om gezien en beoordeeld te worden.
,,Ik heb altijd een schetsboek bij me als ik op reis ben en aan een project werk. Ik kan er mijn gedachten, mijn ideeën, mijn nachtelijke dromen in kwijt. De schetsen helpen me mijn gedachten te ordenen. Met tekenen kan ik dingen visualiseren die ik niet kan fotograferen.” De Nederlandse fotografe Viviane Sassen vertelt in Photographer’s Sketchbooks over hoe ze te werk gaat, onder andere bij het maken van haar series Flamboya en Parasomnia. Ze vertelt over de spirituele wereld van de mensen die ze in Zambia fotografeerde bijvoorbeeld, waar hekserij en het geloof in geesten diepe indruk op haar maakten. ,,Deze tekeningen waren een manier om uiting te geven aan mijn ervaringen en mijn gedachten en angsten te visualiseren.”
‘De schetsen helpen me mijn gedachten te ordenen. Met tekenen kan ik dingen visualiseren die ik niet kan fotograferen’ Viviane Sassen
In Photographer’s Sketchbooks geven 43 fotografen een inkijkje in hun werkproces. Daarbij verwijst de term ‘sketchbooks’ niet altijd per se naar schetsboeken in de traditionele zin – al zijn er voldoende fotografen, zoals Viviane Sassen, Mimi Mollica en Naoya Hatakeyama die intensief gebruik maken van papieren notitie- en tekenboeken. In ruimere zin behelst de term al het voorbereidende werk dat er gaat zitten in de weg naar het uiteindelijke, definitieve kunstwerk; maquettes, expositievoorstellen, tientallen foto’s op een prikbord in een studio, polaroidstudies, smartphone-foto’s, foto-blogs of online platforms waarop foto’s worden gedeeld.
Het is altijd weer spannend een kijkje in de keuken van de kunstenaar krijgen – omdat zo het mysterie van het creatieve proces een beetje wordt ontrafeld en in flarden aan ons wordt prijsgegeven. Je snapt ineens de stappen die een fotograaf zet, je leest hoe hij denkt, je ziet de tekeningen die vooraf gingen aan de uiteindelijke foto. Wat het bijzonder maakt is dat het hier gaat om materiaal dat eigenlijk niet bestemd is voor publiek – het is niet gemaakt om gezien en beoordeeld te worden. Het gaat om probeersels, ongepolijste ideeën, onderzoek naar vorm, kleur en presentatie. Het is een fase waarin het geen probleem is als er fouten worden gemaakt, waarin het niet-weten net zoveel kan opleveren als het wel-weten; beide zorgen immers voor een richting. Peter van Agtmael, de documentairefotograaf die is aangesloten bij fotopersbureau Magnum, en die naam maakte met zijn series over Afghanistan en Irak, vertelt dat hij drie jaar deed over zijn boek Disco Night Sept 11: ,,Elke keer als ik vastliep besloot ik om het proces niet te forceren en ging ik gewoon wat anders doen. Het kwam vanzelf weer op mijn pad, en dan wist ik welke keuzes ik moest maken.”
Goldberg laat ons meeleven met zijn wens om als jonge man de benauwdheid van zijn dorp te ontvluchten en als fotograaf de wereld in te trekken
Interessant in dit boek zijn ook de bijdragen van fotografen die deze zoekende fase tot onderdeel van het eindproduct hebben gemaakt. In het boek Candy van de Amerikaanse fotograaf Jim Goldberg is zijn werkproces niet alleen duidelijk zichtbaar maar zelfs een van de onderwerpen van het boek. Candy is zijn coming-of-age verhaal als artiest, waarin hij vertelt over de ambities van zijn vader (die snoepverkoper was, vandaar de titel), de kansen die hij en zijn vader ieder in het leven kregen toebedeeld en hoe het hen beide verging. Met een combinatie van familiefoto’s , collages, beelden uit oude super-8-filmpjes en handgeschreven teksten loodst Goldberg ons zijn persoonlijke wereld binnen en laat hij ons, als in een dagboek, meeleven met zijn wens om als jonge man de benauwdheid van zijn dorp te ontvluchten en als fotograaf de wereld in te trekken. Al zijn twijfels, overdenkingen, keuzes die wel en niet gemaakt worden – ze zijn onderdeel van het definitieve kunstwerk.
Photographer’s Sketchbooks maakt duidelijk wat de kunstenaars uit het boek onderscheidt van amateurfotografen: een intensief proces van voorbereiding en research, een artistieke strengheid die ze zichzelf opleggen, een serieuze manier van editen, het continue onderzoek naar de beste manier om het werk aan een publiek te tonen. Of zoals Bryan Formhals, een van de samenstellers van het boek, het formuleert: ,,Wat hen onderscheidt is de tijd die ze besteden aan het níét nemen van foto’s. Het gaat echt niet alleen om het drukken op die knop.” In een tijd dat iedereen fotograaf meent of zegt te zijn, is dat een verstandige constatering.
Stephen McLaren, Bryan Formhals, Photographer’s Sketchbooks, Thames and Hudson (december 2014), € 40,99