"Vanaf het moment dat ze haar echtgenoot de deur uitzet, zie je dat ze nog sterker dan voorheen de vrijheid neemt om te doen wat ze zelf wil," zegt biograaf Martien Frijns over fotograaf Maria Austria. Austria staat bekend als de fotograaf die heel cultureel Nederland voor haar lens kreeg, maar ze deed veel meer dan dat.
Eigenlijk, zegt biograaf Martien Frijns, zijn er drie momenten in het leven van Maria Austria aan te wijzen die haar leven en haar carrière hebben bepaald. Ten eerste haar vertrek in 1937 vanuit het fascistische Wenen naar Amsterdam, waar ze in de oorlog via de onderduik in het verzet belandde en waar ze later mensen als Stedelijk-directeur Willem Sandberg en theatermaker Rob de Vries zou ontmoeten. Het tweede moment was de oprichting van fotopersbureau Particam in 1945, samen met Aart Klein, Willem Zilver Rupe en Henk Jonker, met wie ze in 1950 trouwt. En als derde de scheiding van Henk Jonker, in 1963. ,,Jonker rommelde tijdens zijn huwelijk met andere vrouwen. Dat moet haar gekwetst en beperkt hebben. Vanaf het moment dat ze hem de deur uitzet, zie je dat ze nog sterker dan voorheen de vrijheid neemt om te doen wat ze zelf wil. Ze is dan nog jong, pas 48, en legt zich vanaf die tijd voornamelijk toe op haar grote passie: theater- en dansfotografie, vooral van experimentele, vooruitstrevende stukken,” vertelt Frijns, van wie onlangs de vuistdikke biografie Maria Austria, fotografe verscheen – 784 pagina’s, meer dan 700 foto’s -, waarop de overzichtstentoonstelling over Maria Austria in het Joods Historisch Museum in Amsterdam is gebaseerd.
Vanaf het moment dat ze haar echtgenoot de deur uitzet, zie je dat ze nog sterker dan voorheen de vrijheid neemt om te doen wat ze zelf wil
Het zijn voornamelijk deze theater-en dansfoto’s waar het publiek Maria Austria, in 1915 in Karlsbad geboren als Maria Karolina Oestreicher, van kent. Ze was ruimt dertig jaar lang de vaste fotograaf van het Holland Festival, woonde zo’n beetje in het theater en kreeg heel cultureel Nederland van de jaren vijftig, zestig en zeventig voor haar lens. In boek en expositie – ze tonen gedeeltelijk dezelfde beelden – zien we foto’s van het jonge talent van toen; Aart Staartjes, Hans van Manen, Bernard Haitink, en buitenlandse grootheden als Josephine Baker, Benjamin Britten en Maria Callas.
Maar meer dan alleen dat, zegt Frijns, was Austria ,,de documentalist van de Nederlandse geschiedenis.” Waarmee hij doelt op de overweldigende en veelzijdige productie van Austria en het feit dat ze met haar camera werkelijk overal bij was. Tijdens de oorlog al fotografeerde ze de voorbijmarcherende Duitse troepen in de Amsterdamse Vondelstraat en het benauwende onderduikadres waar ze met haar latere echtgenoot Henk Jonker het laatste jaar van de oorlog doorbracht. Gelijk na de bevrijding trok ze er – net als fotografen als Eva Besnyö, Emmy Andriesse en Cas Oorthuijs – op uit om met fotorolletjes die zij van de Canadezen kregen toegestopt de gevolgen van de oorlog vast te leggen. Al op 12 mei 1945 heeft Austria een perskaart waarmee ze het hele land door kan reizen en in de dagen, weken en maanden erna zal ze de kapotgebombardeerde bruggen fotograferen, de kinderen die in kapotte schoenen door de Jordaan zwerven, de Joden die uit Westerbork terugkeren.
Voor Particam, de naam van het fotopersbureau komt van Partizanen Camera, fotografeert ze in de jaren daarna onder andere de wederopbouw, de rondetafelconferentie in Den Haag, de Watersnoodramp.
Maar meer dan alleen de fotograaf van cultureel Nederland was Austria ,,de documentalist van de Nederlandse geschiedenis”
Heel bijzonder is ook de serie die ze in 1954 maakt in het Achterhuis van Anne Frank, als voorstudie voor het toneelstuk The Diary of Anne Frank dat in 1955 op Broadway in première zal gaan. In tegenstelling tot haar meeste foto’s, die getuigen van een enorme warmte en betrokkenheid, zijn dit ingehouden, sobere beelden. Bijna afstandelijk, alsof ze door de ernst van het onderwerp emotie wil vermijden, legt ze het interieur vast van het huis waar de herinneringen aan haar vroegere bewoners dan nog zo vers zijn – de trap, de houten vloer, de muur met plaatjes die Anne Frank daar nog had opgehangen. Stille getuigen van een drama, in een tijd dat er nog niet dagelijks duizenden toeristen de smalle houten trappen beklimmen. Frijns: ,,Het huis had nog niet de status die het nu heeft. Als je er begin jaren zestig een kijkje wilde nemen moest je aanbellen bij de buren, studenten, die de paar mensen die daar toen interesse in hadden, vooral Amerikanen en Duitsers, een kleine rondleiding gaven.”
Austria heeft, zo becijfert Frijns, in totaal zo’n 200.000 foto’s gemaakt. ,,Ze was enorm gepassioneerd en een verschrikkelijk harde werker, afkomstig uit een familie van pioniers die hun dromen achterna gingen. Haar grootvader was een van de eerste kuuroordartsen in Bohemen, haar zus had aan het Bauhaus gestudeerd en runde in Amsterdam een klein textielatelier.”
De groep Joodse vrouwelijke fotografen in Wenen, de ‘Vienna Shooting Girls’ hadden met elkaar gemeen dat ze vaak kinderloos, alleenstaand of gescheiden waren, en hun carrière op eigen kracht hadden opgebouwd
Alhoewel het grootste deel van Austria’s carrière zich heeft afgespeeld in Nederland, hadden deze familieachtergrond en haar studie fotografie in Wenen een enorme invloed op haar. In de Oostenrijkse hoofdstad waren tot 1938, toen het voor Joden verboden werd een bedrijf te bezitten, uitzonderlijk veel Joodse vrouwen als fotograaf werkzaam. Deze Vienna Shooting Girls, zoals ze later genoemd werden, hadden met elkaar gemeen dat ze vaak kinderloos, alleenstaand of gescheiden waren, en hun carrière op eigen kracht hadden opgebouwd. ,,Het waren vrouwen die wisten dat ze voor zichzelf moesten zorgen en kansen dus grepen als ze voorbijkwamen. Deze mentaliteit heeft Maria Austria tot haar dood in 1975 met zich meegedragen. Ze was de drijvende kracht achter haar eigen succes. Zij bepaalde wat er gebeurde en niemand anders.”
Maria Austria. Leven voor de fotografie. T/m 2 september in het Joods Historisch Museum in Amsterdam.
Martien Frijns: Maria Austria, fotografe. Uitgeverij Afdh. 34,50 euro.