De mens is altijd in conflict. Of het nu een individu is tegen zichzelf of een volk tegen een ander. In Groningen tonen foto'shoe grimmig het er soms aan toe kan gaan.
‘Ik kan het wel uitschreeuwen’, zei oud-premier Dries van Agt onlangs in een interview in NRC Handelsblad. De oud-staatsman sprak uitgebreid over de Palestijnse kwestie en over zijn grote verontwaardiging over het beleid en het militaire optreden van Israël. Het gesprek vond plaats naar aanleiding van zijn nieuwe boek dat op 10 september zal verschijnen: Een schreeuw om recht – De tragedie van het Palestijnse volk, een felle, politieke aanklacht tegen het leed dat het Palestijnse volk wordt aangedaan. Van Agt bestempelt de Israëlische staat daarbij duidelijk als agressor. ‘Israël maakt het bereiken van vrede onmogelijk’, zo is zijn stelling. Op de vraag van de interviewer of hij mensen tijdens zijn kruistocht daadwerkelijk op andere gedachten kan brengen over de situatie, antwoordt hij: ‘Zeker […] Dan wordt in de zaaltjes de verontwaardiging voelbaar.’
Dat diezelfde verontwaardiging ook na een bezoek aan de fotomanifestatie Noorderlicht wordt ervaren, is zeer voorstelbaar. Wie in Groningen de tentoonstelling ‘Point of No Return’, over de inval van de Israëlische troepenmacht in Gaza, bezoekt, kan niet anders dan geraakt worden door de beelden. De foto’s zijn schokkend, zelfs voor geoefende krantenlezers en bezoekers van tentoonstellingen als die van World Press Photo, waar de kijker ook een behoorlijke dosis leed te verwerken krijgt. De foto’s zijn gemaakt door lokale fotografen – zij waren de enigen die op dat moment verslag konden uitbrengen omdat Israël het gebied had afgesloten voor de buitenlandse media. We zien kapotgeschoten gebouwen, rouwende menigtes, ontplofte tanks en uitgebrande auto’s. Maar, hoe gruwelijk ook, die zijn nog wel te hebben. Dergelijke beelden staan bijna dagelijks op de krantenpagina’s, waar we tussen koffie en boterham soms achteloos doorheen bladeren. Maar wat nooit went zijn de gruwelijke foto’s van de slachtoffers. Vooral als het kinderen betreft. In de tentoonstelling zien we een dode peuter, onder het bloed, in de armen van zijn vertwijfelde vader; drie kleine lijkjes die zijn neergelegd op de koude tegels in een oude ziekenhuisgang; een kind dat klem is komen te zitten tussen het puin na een bombardement.
De foto’s maken een gevoel van afschuw in de kijker los, maar roepen ook verwarring op. Natuurlijk ervaren we afschuw, maar waarover eigenlijk precies? Aan welke kant van het conflict staan we? Hebben we daar eigenlijk wel een mening over? Er zijn vast ook gruwelijke beelden gemaakt na een zelfmoordaanslag door een Palestijn in een bus of op een markt in Jeruzalem. Waar moet onze boosheid zich op richten? Op Israël? Op oorlog in het algemeen? Op het feit dat het hier gaat om zulke onschuldige doden? Of op de journalistiek?
Hoe gevoelig de Palestijnse kwestie ligt, blijkt ook uit de rel die afgelopen week rondom de tentoonstelling ontstond. De conservator van ‘Point of No Return’, oud-Magnum-voorzitter Stuart Franklin, had voor de catalogus een inleidende tekst geschreven waarin hij sprak over ‘etnische zuivering’ en ‘koelbloedige moord’, en waarin hij het geweld tegen de Palestijnen vergeleek met bijvoorbeeld de etnische zuiveringen op de Armeniërs en de Joden. De rechthebbende van de foto’s, het fotopersbureau Associated Press (AP), was daar niet blij mee en dreigde de foto’s uit de tentoonstelling terug te halen als Franklin zijn tekst niet zou aanpassen. Volgens de richtlijnen van AP mogen haar medewerkers zich namelijk niet politiek profileren. AP levert informatie, geen meningen, zo is de redenering. Aanleiding voor de directie van het fotofestival Noorderlicht om een persbericht over deze kwestie naar buiten te brengen waarin ze haar ongenoegen uit over het standpunt van AP en uitlegt waarom de catalogustekst van Franklin nu slechts een kort statement bevat, in plaats van het oorspronkelijke essay. Samengevat luidt dat statement van Franklin nu: ‘Mij is gevraagd mijn tekst aan te passen. Ik ben echter te zeer van slag en boos hierover om dat te doen, het gaat in tegen alles wat ik redelijk vind. Ik kon kiezen voor twee vormen van capitulatie: de foto’s laten begeleiden door de tekst van een ander, of geen tekst – en ik kies voor het laatste. Ik zeg niets en laat de foto’s spreken. De beelden moeten spreken en er komt een dag, zo hopen we, dat hun verhalen verteld zullen worden.’
‘Point of No Return’ is een van de zes hoofdtentoonstellingen van het Noorderlicht International Photofestival 2009, met als titel: Human Conditions. De rode draad van het festival is ‘strijd’, en dan met name ‘de strijd die verborgen blijft voor het oog van de wereld’. Human Conditions wil niet alleen een beeld laten zien van de diverse conflicten die er op dit moment in de wereld spelen, het festival wil ook proberen de bezoekers op een andere manier naar deze gebeurtenissen te laten kijken, door de focus niet te leggen op het snelle nieuws, maar op de verhalen daarachter, nadat de nieuwsreporters weer verder getrokken zijn. Om zo ‘een moreel appel te doen op de kijker’; ons te confronteren met ‘ons eigen aandeel in het leven van anderen die zich eigenlijk maar op een steenworp afstand bevinden’, zo meldt de catalogus.
Curator Marc Prüst koos in zijn tentoonstelling Lost voor de invulling van het begrip strijd voor die van het individu tegenover een maatschappij, waarbij hij series samenstelde van fotografen uit verschillende culturen. De Nederlandse fotograaf Pieter ten Hoopen (1974) laat in Lost een prachtige, poëtische serie zien met als titel Touche-Moi, over het stadsleven in Stockholm. Daarbij focust hij op de eenzaamheid van de bewoners. Stockholm is een van de rijkste steden van de wereld, en heeft het hoogste percentage mensen die alleen leven. Familiebanden zijn zwakker geworden of zelfs totaal verdwenen, de snelle manier van leven laat weinig tijd over voor een intensief sociaal leven. Ten Hoopen fotografeerde het leven in Stockholm, de dagelijkse zorgen die mensen hebben, hun relaties waarin ze ongelukkig lijken te zijn, hun eenzaamheid en hun verlangen naar contact.
Het is een zuur maar evolutionair een feit: de mens is altijd in strijd. Is het niet met zichzelf, dan wel met anderen. In onze geprivilegieerde westerse wereld valt die strijd vaak nauwelijks op. Er wordt gestreden voor een betere baan, een moment van rust, te kunnen doen wat je zelf écht wilt of – zoals de serie van Pieter ten Hoopen laat zien – je bevrijden van een gevoel van eenzaamheid. In veel andere landen heb je conflicten van een andere aard: daar gaat het al snel over overleven ondanks armoede, over de onmogelijkheid je mening te geven zonder daarvoor bestraft te worden, of over een strijd op leven en dood tegen een tegenstander, zoals Stuart Franklin laat zien in ‘Point of no Return’.
Noorderlicht laat de schakeringen tussen al deze verschillende vormen van strijd zien. En hoe het leed van een eenzame Zweedse, een vrouw met waarschijnlijk alle kansen van de wereld, zich verhoudt tot dat van een Palestijnse vader die net z’n kind is verloren – daar moet de kijker zelf maar over oordelen.
International PhotoFestival 2009 Diverse locaties in Groningen. Van 6 september tot 4 oktober 2009 www.noorderlicht.com