Toen Ellis Doeven voor de eerste keer in Point Hope, Alaska, kwam dacht ze: "Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat hier mensen wonen?” Nu is ze getrouwd met een walvisjager en hebben ze samen een dochter.
,,Toen ik daar voor de eerste keer kwam, was ik echt compleet overdonderd door de natuur. Ik dacht: dit is het einde van de wereld. Alsof je er zomaar vanaf kon vallen.” Toen fotograaf Ellis Doeven (48) in 2008 uit een Cessna van Bering Air stapte en haar voeten neerzette in de verse sneeuw bij Point Hope, was dat een overweldigende ervaring. Het Inupiaq-dorp in het noordwesten van Alaska ligt zo afgelegen dat je er alleen kunt komen na een urenlange vlucht over toendra’s, sneeuwvelden en ijsvlaktes. Het dichtstbijzijnde dorp is 200 kilometer verderop. ’s Winters kan het hier zo’n 50 graden vriezen. Toen Doeven er eind september aankwam was het mild najaarsweer en min 10. Het rook er naar maktak (walvisvet) en naar de benzine van de quads en sneeuwscooters die de traditionele sledes met honden hebben vervangen. Ze dacht: ,,Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat hier mensen wonen?”
We liepen we de hele nacht door, tot het ochtend werd. We waren verliefd
Nu, tien jaar later, is ze getrouwd met Othniel Art Oomittuk (54), walvisjager, brandweerman en kunstenaar. Samen hebben ze een dochter, Anna Kupaaq (7).
,,Ik ging terug omdat ik een reportage wilde maken over de walvisvangst. Ik liep rond over de vlaktes rondom het dorp en Art zag dat. Veel te gevaarlijk, vond hij. Met zijn geweer, om ons te beschermen tegen ijsberen, vergezelde hij mij op mijn wandelingen. Het werd zomer, het werd steeds langer licht. Soms liepen we de hele nacht door, tot het ochtend werd. We waren verliefd.”
In de winter wonen ze in Amsterdam, voorjaar en zomer brengen ze door in Point Hope, waar Ellis met de vrouwen kookt terwijl Art met de mannen op walvisjacht is. Elk voorjaar, als het ijs in de Beringstraat begint te breken en er geulen ontstaan waarlangs de beloegas en de walvissen naar het noorden trekken, zetten de Inupiaq hun kamp op het ijs. Met umiaks, traditionele houten bootjes die met zeehondenhuid zijn bespannen, jagen ze met harpoenen op de zeezoogdieren.
Als je eerbied toont, dan geeft de walvis zich aan de mens
De 900 inwoners van Point Hope kunnen hier alleen leven door zich te voeden met wat de natuur hen te bieden heeft. ,,Ik kon het maar moeilijk begrijpen: hoe kan je een walvis vereren en hem tegelijkertijd jagen en eten. Zij geloven: als je eerbied toont, dan geeft de walvis zich aan de mens. Stelt de mens zich onrespectvol op, dan laat hij zich niet vangen. Art zegt: ‘De dood is niet het einde, het leven is circulair.’ Als de walvis is geslacht gooien ze de kop terug in de zee. De ziel van de dode walvis gaat over in die van een andere. Die zal zich een volgend seizoen geven. Mens en dier zorgen voor elkaar.”
Ellis Doeven fotografeerde tien jaar lang het leven van de Inupiaq en maakte er een prachtig boek over: Maktak and Gasoline. ,,Ik laat de kracht van deze mensen zien, niet de problemen; de klimaatverandering, de alcohol, de zelfmoorden. Mijn verhaal gaat over het aanpassingsvermogen van een gemeenschap die aanvaardt dat het ritme van het leven bepaald wordt door de natuur en niet door de klok. In het westen zijn we alleen maar bezig in ons hoofd. We willen iets bereiken wat in de toekomst ligt. Alles moet beter, groter, meer.”
In het westen willen we altijd iets bereiken wat in de toekomst ligt. Alles moet beter, groter, meer
Doeven zou niet permanent in Point Hope kunnen wonen. ,,Het is een harde manier van leven. Het extreme klimaat, de isolatie. Maar als ik daar aankom, dan kom ik thuis. Ik ben een kind van mijn cultuur, altijd bezig, altijd aan het rennen. Het leven daar aardt mij. Art trekt mij terug. Hij zegt: relax. Het is zoals het is.”
Ellis Doeven, Maktak and Gasoline (april 2018). Vormgeving Sybren Kuiper. Uitgegeven in eigen beheer. 50 euro. Verkrijgbaar bij PhotoQ.nl of via ellisdoeven.com