Hoe vaker ik mensen op de foto zet, hoe kleiner de kans dat ik ze verlies', zei Nan Goldin. Na dertien jaar is haar werk weer te zien in Nederland, voor het eerst in 'Goldinstijl': slideshows met muziek.
Alsof je wordt meegenomen in haar roes – dat is wat de bezoeker kan overkomen bij het bekijken van de vier indrukwekkende diashows van Nan Goldin (Washington, 1953). Het is de muziek bij de voorstellingen die daarvoor zorgt; weemoedig makende klanken van onder anderen Björk, Antony and the Johnsons, The Velvet Underground en het hartverscheurende ‘All by Myself’ van Eric Carmen. Maar het komt ook door de beelden; een stortvloed aan melancholieke kleurendia’s met onderwerpen als seks, dood, geluk, genot, drugs, eenzaamheid en verlies. Die stemmen treurig, roepen afkeer op, maken verdriet los, of geluk. Hoe dan ook roepen ze een gevoel op – dat kan bijna niet anders. Daarvoor is de intensiteit van de foto’s te heftig, de onderwerpkeuze te indringend.
Beroemd is haar zelfportret met blauw oog en gehavend gezicht – een paar dagen nadat ze door haar vriend in elkaar is geslagen
De Amerikaanse fotografe Nan Goldin (1953) wordt gezien als een van de belangrijkste en invloedrijkste fotografen van de afgelopen decennia. Ze werd beroemd met de portretten die ze in de jaren tachtig maakte van haar drugsverslaafde en soms aan aids lijdende vriendenkring in New York; van de dragqueens en de gayscene. Ze liet mensen zien die buiten de maatschappij stonden en die het leven leefden met een felheid alsof elke dag de laatste kon zijn. Goldin maakte snapshots – snelle, zo op het eerste gezicht achteloos genomen ‘kiekjes’ – van deze groep, maar was er ook zelf deel van. Ze is geregeld te zien op haar eigen foto’s, terwijl ze half ontkleed wordt betast door een duidelijk beschonken man op een feestje, of terwijl ze op bed ligt, slechts gehuld in string en bh, in een aftandse kamer zonder gordijnen voor de ramen. Beroemd is haar zelfportret met blauw oog en flink gehavend gezicht – een paar dagen nadat ze door haar vriend in elkaar is geslagen. Nan Goldin zit niet boven op haar onderwerpen, maar er mídden in. Ze is deelnemer, geen toeschouwer. ‘Deze foto’s komen voort uit relaties, niet uit observaties’, zei ze daar over.
‘In feite laten de foto’s alleen maar zien wat ik verloren heb’
Goldin liep op haar 14de weg van huis, kort nadat haar oudere zus zelfmoord had gepleegd. Zelf zegt ze in interviews altijd dat dit het startpunt is geweest van haar carrière als fotograaf. Weliswaar duurde het nog enige jaren voordat ze daadwerkelijk, op haar 18de, de camera oppakte – de zoektocht naar troost en vergetelheid begon op het moment dat haar zus voor de trein stapte. Ze kwam in een alternatieve scène terecht, begon drugs te gebruiken en ging foto’s maken, foto’s maken, foto’s maken: ‘Hoe vaker ik mensen op foto zet, hoe kleiner de kans dat ik ze verlies’, verklaarde ze. Niet dat het echt hielp, natuurlijk. Veel van de vrienden uit die begintijd zijn inmiddels overleden, aan aids of aan andere gevolgen van hun fysieke of psychische aftakeling. Ook die processen werden vastgelegd. Een van de meest ontroerende series uit de begintijd is die over Cookie, die dertien jaar lang Goldins beste vriendin was en die in 1989 aan aids zou overlijden, een paar maanden nadat ze haar echtgenoot Vittorio had begraven. Goldin maakte foto’s van Cookie die feest viert, lacht, op de wc zit, trouwt, samen met Nan spottend de camera in kijkt. ‘Ik heb deze fotoserie samengesteld om Cookie bij me te kunnen houden’, zei Goldin, ‘maar in feite laten de foto’s alleen maar zien wat ik verloren heb.’
Zelfs in de modefotografie introduceerde men midden jaren negentig de ‘heroin chic’; graatmagere modellen, hun huid vol met blauwe plekken, in sombere kale kamers
Als ze eind jaren tachtig afkickt en een ander leven begint, verandert er ook iets aan haar fotografie. Soms staan er zelfs landschappen op, en is er zon, en licht. Haar nieuwe Franse vrienden (Goldin woont sinds 2000 in Parijs) zijn niet meer berooid en ziek, maar ze zit nog hen nog wel net zo dicht op de huid. De chique Parisienne Valerie bedrijft de liefde met haar man Bruno – en Clemens doet dat met zijn vriend Jens. Ook in deze foto’s zien we meer zonlicht. De aftandse New Yorkse kamers zijn vervangen door deftige Parijse appartementen.
Nan Goldin bracht een alledaagse rauwheid in de fotografie die sindsdien door veel fotografen is opgepakt. Zelfs in de modefotografie introduceerde men midden jaren negentig de ‘heroin chic’; graatmagere modellen, hun huid vol met blauwe plekken, in sombere kale kamers. Dit tot afgrijzen van Goldin, die het een bespottelijk idee vond dat men met beelden uit haar donkere en soms zo hopeloze wereld kleding wilde verkopen. Wie de diashows in Rotterdam bekijkt- nee: ondergaat -snapt haar redenering.
T/m 2 januari 2011: Nan Goldin – Poste Restante, Nederlands Fotomuseum Rotterdam www.nederlandsfotomuseum.nl